De witte strepen op straat - houdt ze betrouwbaar ten gebeuren, konden nu worden aangepakt vóór het schip een week later opnieuw naar zee vertrok. De eerste dag was het weer redelijk, doch al gauw veranderde dat, zodat er op een moment een wind kracht van pl.m. 7 werd genoteerd. Dat mocht echter de stemming niet drukken en de proeven gingen normaal door. Zondagavond, half zes precies werd gemeerd aan de kade van de Marine-basis te Den Helder. Het was prettig, dat er die avond en de volgende dag wat kon worden „gepassagierd", zeker voor de vele „landrotten", die het schip bevolken bij zo'n proeftocht. Bij het vertrek op dinsdagmorgen vroeg was de bezetting aan boord nog met een aantal deskundi gen op velerlei gebied gestegen en kon een aanvang worden gemaakt met de laatste proeven. De zee was nogal woelig, hetgeen tengevolge had, dat velen voor korte tijd min of meer werden uit geschakeld. Al met al is het echter bijzonder meegevallen en zullen er niet velen zijn, die het voor een volgende zeereis laten afweten. Na debarkatie van een aantal personen op de rede van Den Helder op donderdagmorgen werd de thuisreis aanvaard. Het mooie zonnige weer veranderde al gauw en eer wij bij de Nieuwe Waterweg arriveerden, was het al zo woelig geworden, dat het thuisvaren ook om die reden een prettig einde betekende van een proeftocht, die weer eens heeft bewezen wat sa menwerking tussen alle geledingen vermag. C. K. De moeilijkheid is, dat we het zelf allemaal zo vreselijk goed weten. En die "we", dat zijn zowel u als ik. Als we rijden - op een brommer, in een auto of op een fiets - dan zeggen we: „Ze steken tergend langzaam over, soms". Zijn we toevallig zelf degenen die over moeten steken en dan te voet, dan is het commentaar niet zelden: „Ze komen zo hard aanrijden, dat je moet hollen om veilig de overkant te halen". - Het zou, kortom, wel zin heb ben wanneer we onszelf eens goed de spiegel voor hielden. Akkoord, uw „Leek" heeft in dit W.F.-Nieuws reeds vele malen zwart op wit het Schiedamse dorp doorkruist. Maar er is nu reden om een keer naar buiten te stappen. Doen dat die zesduizend W.F.-ers ook niet elke dag? Gaat u niet iedere ochtend naar uw werk en elke avond weer naar huis? Wat doet u dan anders dan u begeven in dat geren en ge vlieg, dat getoeter en gerem, dat gedoe met rode en groene lichten, die we de verzamelnaam „ver keer" hebben gegeven. Té vaak Bent u niet blij wanneer uw kinderen elke keer weer heelhuids thuis gekomen zijn? Zegt uw vrouw niet, wanneer u eens een kwartier of half uur later dan normaal thuis komt: „Hè, ik ben blij dat je er bent, ik maakte me al ongerust". Een van de vele verenigingen die ons land telt heet: Nederlandse Vereniging Bescherming Voetgangers. Een feit is natuurlijk, dat zo'n vereniging over bodig zou moeten zijn, maar de zaken liggen he- laas anders. De zaken liggen zo, dat deze Vereni ging Bescherming Voetgangers gewoon hard nodig is. Niet anders. We hebben al jaren die witte strepen nodig om te voet de andere kant van de straat te halen en we gaven die strepen de populaire naam zebra's. Toen ze nieuw waren, voldeden ze. Nu ze tot de inboedel van straat en weg behoren, vinden we ze zo ge woon, dat we ons er té vaak niets van aantrekken. Dat oudere mannen en vrouwen tussen twee politiemensen oversteken wanneer het om een verkeerscursus voor bejaar den gaat. dat is natuurlijk best Maar het moet toch niet zo zijn, dat er zo weinig respect voor de ouderdom bestaat, dat dit een dagelijks beeld zou worden. (Foto Frits van Santen - Den Haag) 4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1965 | | pagina 6