Keizerin Si Lun Shi en de zijderupsen
Het was nog vroeg en heerlijk koel in de keizerlijke
tuin.
De moerbeibomen ruisten en de vogeltjes zongen
het hoogste lied. De gouden zon strooide gouden
spikkels tussen het gras en de theekoepels in de ro
zentuin gonsden van bijen. Glimlachend keek de
keizerin naar de witte zwanen die zich statig bogen
en toen wegroeiden onder het bamboebruggetje.
Si Lung Shi bukte zich om een boeket bloemen te
plukken. Ze wilde die straks naschilderen zoals alle
keizerinnen van het oude Chinese rijk dat deden in
de stilte van hun boudoir. Ze koos zorgvuldig nog
een paar pluimige grassen die zo mooi kleuren tus
sen de voorjaarsbloemen.
Toen zag ze een gewriemel van rupsen op een af
gevallen moerbeiblad. Ze keek omhoog en zag dat
de hele boom leefde van rupsen die bezig waren
zich in te spinnen. Nadenkend pakte ze een paar
cocons en nam ze mee naar het paleis.
Elke morgen zodra ze wakker was ging Si Lung Shi
kijken of er al een vlinder uit zijn schuilplaats was
gekropen.
En na veel dagen wachten gebeurde dat.
Met grote ogen zag Si Lung Shi dat de pasuitge-
komen vlinder een kilometerlange draad naliet.
Zorgvuldig wond ze die op een klosje en dacht er
over na wat ze daarmee nu wel zou kunnen doen.
Maar Si Lung Shi wist het niet.
Toen vertelde ze het de keizer Huang Ti die dade
lijk kwam kijken en enthousiast was. Onmiddellijk
gaf Huang Ti opdracht de geleerde Twong San te
laten ontbieden. Maar deze eerbiedwaardige die zich
juist in zijn berghut had teruggetrokken kon niet
zo maar komen.
Na enige weken kwam hij in het paleis aan waar
men vol ongeduld op hem wachtte. Gelukkig had de
keizer aan alle tuinlieden laten weten dat alle dra
den van pas uitgekomen vlinders moesten worden
verzameld en naar de grote raadskamer in het paleis
gebracht. En ook dat gebeurde.
Twee dagen en twee nachten bracht Twong San in
de raadskamer door en toen kon de keizer aan het
inmiddels toegestroomde volk laten weten dat kei
zerin Si Lung Shi de zijderups aan het chinese volk
wilde schenken.
Ook werden er opdrachten verleend tot het schil
deren van moerbeibomen en de tuinlieden in het
oude Cathay werden belast met het kweken van
jonge stekjes en de aanplant van de éénjarige bo
men.
Steeds meer mensen kregen op die manier werk in
de teelt van bomen en de behandeling van de zijde
rupsen werd slechts aan de zorg van geëerde man
nen toevertrouwd. Op deze wijze groeide er een
Er moet hard gewerkt worden!
De rups spint eerst een paar draden waarachter ze zich gaat
inspinnen.
De rups is geheel ingesponnen en gaat zich verpoppen.
22