OFFICIËLE MEDEDELING
Hypermodern
Goed, Rotterdam had dus tegengezeten, maar een
Zwitser, de „Rigi", lag in de Waalhaven bij boei B
en moest naar de werf om proef te draaien.
Nergens voer meer een sleepboot, behalve de W.F.-
boten. Commodore Vet vol trots: „De onze zijn dan
ook hypermodern uitgerust. We hebben alle ap
paratuur aan boord die u maar opnoemen kunt".
Elke sleepboot van W.F. kreeg twee kapiteins aan
boord in verband met radarwaarneming en mobilo
foonbediening. „Doen we direct met zulke dikke
mist", zegt de heer Teerling. „Heb je ook beslist no
dig, op je eentje haal je het niet meer", aldus de
commodore.
„Kortom: de „Rigi" werd besteld en in de mist
verhaald. Keurig, zonder brokken of enige schade",
stelt de heer Teerling vast.
Piekfijn
Direct daarop waren twee stukken van de „Rona
Star" aan de beurt. Om dertienhonderd (één uur
's middags) moesten ze van Verolme naar de werf
in Schiedam.
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Op maandagmorgen, 13 september j.l., werden wij
kort na aanvang van de werkzaamheden opgeschrikt
door het bericht, dat de bij Helling 6 opgestelde
z.g. Washingtonkraan met een hefvermogen van
40 ton, onbelast was omgevallen en daarbij een
kleinere kraan van 4 ton in de val had meegesleurd.
Gelukkig zijn daarbij geen persoonlijke ongevallen
voorgekomen.
De kraan was twee jaar geleden geheel gerevideerd
en verkeerde in een prima staat.
Na een ingesteld onderzoek is gebleken, dat de oor
zaak van dit ernstig ongeval geheel te wijten is
aan een menselijke tekortkoming. Voor het werken
met deze kraan bestonden in verband met de bouw
van de 63.400 tons tanker speciale aanwijzingen,
die uiteraard door het bedienend personeel strikt
moesten worden opgevolgd en bij hen ook reeds
lang bekend waren.
Het gebeurde betekent voor het bedrijf een belang
rijke schadepost.
Wij meenden het bovenstaande onder uw aandacht
te moeten brengen om daaruit lering te trekken en
bij het verrichten van welke werkzaamheden dan
ook de uiterste zorgvuldigheid te betrachten.
DE DIRECTIE
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllN
„Maar dan moet je om elfhonderd al alles gaan
regelen", vertelt de walkapitein. „Je hebt de ploe
gen tenslotte niet in je broekzak. We namen de gok,
om elf uur. En kijk, toen het zover was klaarde het
zicht prompt op en het lukte. Het waren zeer on
handelbare stukken, maar om 16.30 lag de zaak
piekfijn afgemeerd".
- En toen, vraag ik, want je verwacht nu de meest
ongewone dingen.
„Toen is de hele ploeg warm gaan eten", lacht de
heer Teerling, „want dat werd wel tijd. Maar di
rect daarna, om half zes, hadden we weer een grote
tanker die uit dok vier moest naar ligplaats 29.
De tanker was niet gasvrij, dus het ging om een
karwei waarbij de uiterste voorzichtigheid moest
worden betracht. Maar om half zeven was het kar
wei geklaard".
Onderuit
Hè, hè, ik zit er bijna bij te hijgen en denk: Zo, en
nu gaan ze allemaal naar huis. Op zo'n moment
blijkt, dat het „Leek" boven deze serie verhaaltjes
zo goed gevonden is.
„Naar huis?". De walkapitein lacht me hartelijk
uit. „Meteen aansluitend moest een tanker van
Mobil met zes sleepboten van de tankercleaning
naar dok vier. Ik zal u een uitvoerig verhaal be
sparen. Om half negen 's avonds was de zaak rond".
- Wat een dag, denk ik hardop. „Op zo'n dag zeg
gen we: Jongens, hang de voerbakken maar om",
vult commodore Vet aan. En de walkapitein: „Het
probleem is steeds: de mist en wij moeten alles door
laten gaan. Wat moet je wel en wat moet je niet
doen? Doorzetten of haal je het toch niet? En het
zijn beslissingen, die niet uren kunnen worden uit
gesteld. We hebben natuurlijk ook rustiger dagen,
want dit zou je niet volhouden. Maar als je na zo'n
mistdag 's avonds een uurtje thuis bent, wel, dan
ga je onderuit en zitten de ogen stijf dicht.
Het nummer
In en rond Rotterdam is het geen geheim, dat de
sleepboten van W.F. een bijzonder goede naam
hebben. „De „Drydock" is de modernste, de zwaar
ste en de grootste sleepboot van heel Rotterdam",
onderstreept commodore Vet nog vlug. „Sinds een
jaar in de vaart en ik heb er nu zo'n vijfhonderd
en vijftig sleepreizen mee gemaakt".
Terwijl we praten, gaat die telefoon in het kantoor
van de walkapitein maar door met bellen en de
heer De Klerk neemt de horens soms met twee han
den tegelijk op. Want de een zal dit nummer beter
2