WANDELING
De pomp ging
Ell
Van rechts naar links: Vice-admiraal A. H. J. van der Schatte
Olivier, Commandant J. H. J. M. Lohmeyer, burgemeester
A. H. Vermeulen van Brouwershaven en ir E. Woltjer
bekijken het door de burgemeester aangeboden cadeau.
Technische gegevens.
De „Potvis" is, evenals haar reeds in de vaart zijnde
zusterschepen Hr. Ms. „Dolfijn" en „Zeehond",
gebouwd naar het ontwerp van ir M. F. Gunning,
volgens een principe, waarvan Nederland de pri
meur heeft. In afwijking van het conventionele
één-cilinder type, bestaat de romp van deze onder
zeeboten uit drie cilinders. De twee benedenste
liggen naast elkaar, terwijl de derde in het mid
den daarboven rust.
Deze constructie is de oplossing van het probleem
een middelgrote onderzeeboot te ontwerpen, die
een grotere diepduikte heeft zonder dat dit ten
koste van het gewicht en derhalve van de bewape
ning gaat.
Het schip is ruim 29 meter lang; de breedte bedraagt
bijna 8 meter en de gemiddelde diepgang bijna 5
meter; de standaard-waterverplaatsing is 1190 ton.
De voortstuwing boven water geschiedt door twee
dieselmotoren, elk van 1550 pk, die het schip een
maximum snelheid van 14% mijl per uur geven;
onderwater wordt het schip voortbewogen door
twee electro-motoren, elk van 2200 pk, die een
maximum snelheid van 17 mijl per uur kunnen
waarborgen.
De bewapening bestaat uit- acht lanceerbuizen van
55 cm. Het schip is bovendien uitgerust met snui-
verapparatuur. De bemanning telt 67 koppen.
Kn.
Het werd tijd. Het werd tijd dat uw leek - die lang
zamerhand zelf vindt dat hij in het Schiedamse
W.F.-dorp niet onaardig thuis raakt - ook eens W.F.
Rotterdam bekeek. Dat vond de bedrijfsleider daar,
ingenieur R. F. P. Roëll ook. Hij zei het niet, oh
neen, daar was de heer Roëll te vriendelijk voor.
Maar ik kon het aan alles merken, ook aan de an
dere mensen die ik er tegenkwam. Zoiets van: Wij
De heer Roëll.
8