ten verder. Dat gebeurt bij ons wel. Onze mannen
gaan in bootjes naar de schepen toe. Naar alle ha
vens ten oosten van de Eemhaven. Een Philippijn
in de Waalhaven met een krukas die niet deugt?
Onze mensen gaan naar het schip toe en repareren"
ONZE WIJK!
Is W.F.-Schiedam en W.F.-Rotterdam zoiets als
Feijenoord en Sparta? Gelukkig niet. Een beetje
gezonde rivaliteit is goed. Als de mensen uit Schie
dam op een schip van de Holland-Amerika Lijn
bezig zijn, is het mogelijk dat een „Rotterdammer"
zegt: Je zit in onze wijk!
„De H.A.L. is een grote klant van ons. We zijn
daar kind aan huis", vertelde de heer Roëll. „Hoe
groot is de Rotterdamse W.F.? Wel, er werken hier
een vierhonderd en vijftig mensen en er zijn da
gen, dat er honderd man buiten de deur zitten te
repareren".
- Wat is „Rotterdam" en wat heeft „Rotterdam"?
„We hebben hier een dok, een dwarshelling en een
kade", aldus ingenieur Roëll. „Op de dwarshelling
gaan kustvaarders en de binnenschepen en het dok
wordt vanuit Schiedam volgeboekt. Het zijn vooral
de wat kleinere rederijen met toch wel grote sche
pen die we hier hebben. Zeg, schepen tot tiendui
zend ton, die kunnen wij behandelen, de grotere
zijn voor Schiedam. En in de toekomst hopen we
twee dokken te hebben".
Gewoon verder
Het was venijnig koud buiten toen ik over de werf
liep. Kijk, daar lag de „Lady Margaret", binnen
voor onderhoud. Bikken, opnieuw in de verf zetten,
om volgende zomer weer stampvol met Engelse
toeristen de Rijn af te varen tot Bazel en weer terug.
In dok de „Deborah". Een week ongeveer zal deze
stevige knaap, waarmee vooral losgestort graan
wordt gevaren, bij W.F.-Rotterdam liggen. „De as
moet eruit en er moet een nieuwe schroef aan",
aldus de heer Roëll, als constateerde hij dat zijn
aansteker nodig een nieuw steentje moest hebben.
Ik zette de kraag wat hoger, want de oostenwind
sneed als een mes om elke hoek heen. Maar op de
„Deborah" werkten de mannen of het midden zo
mer was. Dik in de truien, de ketelpakken erover
heen, soms handschoenen aan, soms niet- maar ge
woon verder.
Geen tijd
De „Lady Anne" was ook binnen. Een Rijnlichter,
bij W.F. verbouwd tot passagiersschip, ook alweer
om al die nieuwsgierige Britten, die het vasteland
van Europa willen zien, in hun vakanties tot nut
te zijn.
„Ook hier voor de jaarlijkse beurt" hoorde ik.
Op de helling nog een schip. Wie of wat is dat,
wilde ik weten.
„Een eigen sleepboot", was het antwoord. En dat
daar, de Amer? „Dat is een zandlichter die lekte,
wordt nu gerepareerd".
Klompen metaal ter grootte van een autobus, lagen
links en rechts op de werf. Je voelt je klein wan
neer je er naast staat. De leek tenminste. De man
nen die met dit materiaal werken niet. Ze slaan cr
kabels of kettingen om, laten kranen hun werk
Gezicht op het „Wilhelminadok" en een langszij gemeerd
schip.
10