doen, verhitten tonnen en tonnen staal, smeden nieuwe assen onder de grote smeedpers, draaien krukassen tot tiende millimeters, plakken nieuwe huidplaten op schepen, steken een boterham in hun mond, zeggen „Morge" of „Hoi" en hebben geen tijd om enige aandacht te besteden aan die kenne lijk vreemde eend in de bijt. Zuigertjes In de Maashaven lag nog de „Ioanna", een Pana- mees van tienduizend ton. Reparaties aan schroef en roer. Er was al aan begonnen door de Rotterdamse W.F.-ers, jawel, in de haven en later wordt het werk in het dok afgemaakt. „De „Taranger" zijn we net kwijt", zei iemand. „Daar hebben we de zuigers verwisseld". - „En dan moeten we die Noor ook nog even pakken met z'n schotten". De leek fronste de wenkbrauwen. Die Noor? Het bleek de „Havtjeld" te zijn, een vrachtschip met koelruimen. En omdat men in die koelruimen in de toekomst ook een beetje met heftrucks wil kun nen rondrijden, daarom moesten er op de werf in Rotterdam een serie schotten verbouwd worden. Ik hoorde nog een naam: de „Kyoto". Een Japan ner, vroeg ik. „Neen, Japanners hebben we hier practisch nooit. Soms wel schepen uit rood China. Maar de „Kyoto" is een Zweed. We hebben bij hem een „ruitenwisser" gemonteerd". O juist, deed de leek of hij het begreep. Zelfde laken „Dan is er natuurlijk ook de serie - wat wij noem- men - klusjes", zei de heer Roëll. „Daar heb je de „Theseus"; wat pijpjes kapot en nog wat kleine dingen. En dat Engelse schip, de „Tremeadow", ook wat klussen en die doen we terwijl het schip gelost wordt. Nog een Noor, de „Tamesis", van hetzelfde laken een pak". Met een half oog keek ik op een lijst en ineens zag De dwarshelling op de voorgrond enkele smeedblokken. 11

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1965 | | pagina 13