WTB
Wm
•J
Dezer dagen is door de Raad van Bestuur van
Wilton-Fijenoord-Bronswerk N.V. het navolgen
de gepubliceerd:
De Raad van Bestuur van Wilton-Fijenoord-
Bronswerk N.V. te Schiedam deelt het volgende
mede:
Na de juste eind 1964 tussen de Dok- en Werf-
Maatschappij Wilton-F ij enoord N.V. te Schie
dam en N.V. Bronswerk te Amersfoort is de
organisatie van haar bedrijven thans zo ver ge
vorderd, dat naast de moeder-maatschappij
Wilton-Fijenoord-Bronswerk N.V. de werk
maatschappijen Dok- en Werf-Maatschappij
Wilton-F ij enoord N.V. en Br onswerk-Fij enoord
N.V. zijn geformeerd.
De laatste werd in juni 1965 uit N.V. Brons-
werk gevormd, waarbij de naam gewijzigd werd
in Bronswerk-Fijenoord N.V. en o.m. het groot
ste deel der roerende goederen der machinefa
brieken te Schiedam als activa werd ingebracht.
De Dok- en Werf-Maatschappij- Wilton-
Fijenoord N.V. werd opgericht met ingang van
25 oktober 1965. In deze maatschappij leeft dus
de oorspronkelijke naam van de moedermaat
schappij voort.
De gecombineerde resultaten van onze maat
schappijen tot eind september hebben aan het
gematigd optimisme, waaraan in het jaarver
slag over 1964 uiting werd gegeven, beant
woord. Onvoorziene omstandigheden voorbe
houden verwachten wij dan ook, dat de resulta
ten over 1965 die van het voorgaande jaar zul
len benaderen.
Namens de Raad van Bestuur en de directies
van de Dok- en Werf-Maatschappij Wilton-
Fijenoord N.V. en Bronswerk-Fij enoord N.V.
wil ik gaarne voor het personeel van „oud W.F."
een nadere toelichting geven:
Wat betreft de laatste alinea der publicatie zal
dit niet nodig zijn. Zeker zal echter de vraag bij
u zijn opgekomen - Wat gaan die verschillende
maatschappijen nu voor ons verdere werk be
tekenen
Alvorens ik hierop een antwoord zal trachten te
geven, moge ik de toestand van midden 1964 in
herinnering brengen, dus vóórdat de fusieplan
nen tussen W.F. en N.V. Bronswerk werden
bekendgemaakt.
Het is u zeker bekend, dat de afdeling Nieuw
bouw toen weinig werk meer in portefeuille had.
Hierin werd grotendeels voorzien door, samen
met de afdeling Reparatie, grotere verbouwin
gen aan te nemen en ook was men zo gelukkig
belangrijke Marineopdrachten te kunnen uit
voeren. Dit alles had echter een grote terugslag
op de afdeling Algemene Werktuigbouw. Zij
I