Ir E. Woltjer houdt in regen en storm zijn toespraak. bij W.F. een onderzeeboot voor de Koninklijke Marine werd afgeleverd. Hij wees er verder op, dat een onderzeeboot reeds bij de stapelloop prak tisch gereed is, zodat de directie zich bij de ople vering kan beperken tot de periode van de proef tochten en de daarop volgende inspecties. „Het is - aldus de heer Woltjer - de bouwmeester bij deze overdracht dan ook een genoegen allen te danken, die hebben medegewerkt om deze proeftochten tot een succes te maken en daarmede te bevorderen, dat de inspecties van het schip vlot verliepen". Nadat hij ook zijn erkentelijkheid had uitgesproken jegens „onze ingenieurs en werknemers, die onder toezicht van de deskundigen van de hoofdafdeling Materieel aan de bouw van dit schip hebben samen gewerkt", deelde de heer Woltjer mee, dat zojuist in het hoofdkantoor de protocollen van overname door Z.E. Vice-Admiraal Cool en onze directie waren gesigneerd, hetwelk het zegel betekent op het gereedkomen van het schip. Zich richtend tot de Staatssecretaris, besloot de heer Woltjer zijn toespraak: „Moge ik u daarom thans de „Potvis" aanbieden en u danken voor het ver trouwen, dat de bouwwerf heeft gekregen van de Koninklijke Nederlandse Marine, en de wens uit spreken, dat de 782 als Hr. Ms. „Potvis" vele jaren gelukkig zal mogen varen". Z.E. Van Es aanvaardde hierna het schip, zoals reeds vermeld, en deelde nog mee, dat binnenkort - ivaar- schijnlijk nog in dit jaar - de houw zal worden aan besteed van twee één-cilinder onderzeeboten. Deze vormen het begin van een serie, die de zg. Guppy klasse" moet vervangen en die een overgang betekent naar het tijdperk van de atoomvoortstuwing voor on derzeeërs. De Staatssecretaris stelde het schip vervolgens ter beschikking van de Bevelhebber der Zeestrijdkrach ten, Vice-Admiraal A. H. J. van der Schatte Olivier, die op zijn beurt de aangewezen Commandant van de „Potvis", Luitenant ter zee le klasse J. H. J. M. Lohmeyer, opdroeg het schip in dienst te stellen. Ofschoon deze laatste heus wel over een krachtig stemgeluid beschikt, gingen zijn bevelen: „Stilte aan dek; vlag, geus en wimpel hijsen" toch vrijwel verloren in de storm. Nadat één en ander met het gebruikelijke ceremonieel, waaraan ook de Mari nierskapel meewerkte, was uitgevoerd, hield de heer Lohmeyer nog een korte toespraak, waarin hij uiting gaf aan zijn vreugde over deze aanwinst van de onderzeebootdienst. Tenslotte nodigde de Commandant mevrouw De Jong, Staatssecretaris Van Es, Vice-Admiraal Van der Schatte Olivier en Vice-Admiraal Cool uit tot een korte rondgang over en door het schip. Onder de gasten bevonden zich de doopster van het schip, mevrouw A. C. J. H. de fong-Bartels en staatssecretaris A. van Es. Geschenken. In de kantine Kophaven ontving, in het gezelschap van zijn officieren en bemanning, de Commandant 5

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1965 | | pagina 7