Uitzonderingen hierop zijn vóór de Tweede We reldoorlog de onderzeebootbouw en, meer recent, de bijna algehele vernieuwing van het materieel na die wereldbrand. Een dieptepunt was een periode van ongeveer vijf entwintig jaar in de tweede helft van de negentien de eeuw, toen jaren lang geen opdrachten van be lang van de grond kwamen. Over deze periode wil ik u iets vertellen; in het bij zonder omdat hierover zo weinig op schrift is ge steld. Tussen de bouw van het, naar Nederlandse maat staven, grote ramtorenschip „Koning der Neder landen" (1872) en de pantser- en pantserdeksche- pen, een twintig jaar later, zijn serieuze pogingen ondernomen om een noodzakelijke vernieuwing en aanvulling van het varend materieel van de Ko ninklijke Marine te realiseren. „Fijenoord" verkreeg in dat tijdsbestek opdracht tot de bouw van de grote monitor „Matador", doch daar bleef het bij. De eerste plannen, die geen doorgang vonden, be stonden uit de bouw van twee zusterschepen van de hier bovengenoemde „Koning der Nederlanden", dat gedurende de actieve dienst het grootste schip van de Koninklijke Marine zou blijven. Het mag wel uitgesloten worden geacht, dat beide schepen gelijktijdig in Amsterdam gebouwd hadden kunnen worden en men had zeker de hulp van „Fijenoord" moeten inroepen. Het „Pantserschip 1875" (zie afbeelding), volgens een geheel nieuw ontwerp, was bestemd voor de verdediging van Java en week geheel af van de „Koning der Nederlanden". De waterverplaatsing zou ongeveer 5000 ton heb ben bedragen. De lengte over alles was ongeveer 98 meter, de breedte 14 meter, de holte 8,50 meter, terwijl de grootste diepgang 6,- meter bedroeg. In tegenstelling tot onze ram. en ramtorenschepen, die een typisch Britse inslag hadden, was bij dit, enigszins wonderlijk aandoende schip, Duitse in vloed onmiskenbaar. De hoofdbewapening van vier 11" Armstrong voor- Iaadkanons in twee torens van de „Koning der Ne derlanden" maakte plaats voor vier 26 cm Krupp achterlaadkanons in open barbetten, opgesteld in de hoeken van een gepantserde kazemat. Waarschijnlijk is het drama van het Britse ramto renschip „Captain" aanleiding geweest om een ge heel nieuw ontwerp te maken. Deze ramp vond immers enige jaren eerder plaats. Het Duitse Krupp geschut werd gekozen, aangezien men in Engeland voor grotere kalibers aan het voorlaadgeschut vasthield. De ongebruikelijke opstelling hiervan had tot ge volg, dat zowel boeg- als hekvuur door twee ka nons kon worden afgegeven, doch dat eveneens slechts twee kanons in de brede zijde ter beschik king waren (tegenover vier bij de „Koning"). Het schip vertoonde enige gelijkenis met de Duitse kustverdedigingsschepen van de „Bayern"-klasse, die echter nog twee extra kanons van 26 cm in een gesloten barbette op het voorschip hadden. De geschutsopstelling, als voorzien voor dit pant serschip, is op enige buitenlandse schepen toege past, o.a. op Turkse, die uiteindelijk in de Britse Marine werden opgenomen. Bijzonder enthousiast was men in marinekringen niet. De bouw vond geen doorgang. Het kleine pantser schip „Prins Hendrik der Nederlanden" werd naar het voormalige Nederlands Oost-Indië uitgezonden. Ter vervanging van dit schip in de Nederlandse wateren, kregen zowel de Marinewerf te Amster dam als het Etablissement „Fijenoord" opdracht tot de bouw van een grote monitor, respectievelijk de „Draak" en de „Matador". Voor Fijenoord het laatste pantserschip, totdat veel later de „Piet Hein in bouw werd gegeven. A. v. D. (Wordt vervolgd) Van de Nederlandse Vereniging tot steun aan het Koningin Wilhelmina Fonds voor de Kankerbe strijding, werd de volgende brief ontvangen: Geachte Dames en Heren, Van de Post girodienst ontvingen wij een advies van bijschrijving van 2.762,51. U kunt ervan verzekerd zijn, dat wij uw voortdurende steun in hoge mate waarderen. Jaarlijks zijn grote bedragen nodig voor het funda menteel en klinisch onderzoek, terwijl ook grote be dragen voor de behandeling worden uitgegeven. Mede door Uw steun is het mogelijk te trachten het pro bleem van het voorkomen en genezen van kanker tot een oplossing te brengen en tevens veel leed te ver zachten. Met vriendelijke groeten verblijven wij, Hoogachtend, Nederlandse Vereniging tot steun aan het KONINGIN WILHELMINA FONDS voor de kankerbestrijding WF. Ridder van Rappard, directeur. 21

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1966 | | pagina 23