LUISTER Muziek van twee kanten
griezelig goed
Wie tegenwoordig een grammofoonplaat koopt
kan er van verzekerd zijn dat de muziek zonder
het kleinste foutje wordt gespeeld. Zo goed als
een orkestwerk op een plaat staat, kan geen enkel
orkest het spelen. Een grammofoonplaat moet ook
wel technisch zo griezelig perfect zijn want stél dat
er een fout nootje inzitAls je de eerste keer
naar de muziek luistert zal je waarschijnlijk niets
opvallen. Bij de tweede keer denk je: Hé, was daar
iets niet helemaal in orde? Dan, de derde keer
hoor je het: daar zit een foutje! De vierde keer
weet je al een paar maten van te voren dat het
missertje er aankomt en alle volgende keren dat je
de plaat beluistert is dat kleine onding een bron
van ergernis. Het geringste foutje, een vals nootje,
een krakende stoel, een kuchje van een orkestlid,
het ritselen van een blad dat omgeslagen wordt,
niets van dit alles mag op een grammofoonplaat
te horen zijn.
Toch maakt het beste orkest onder leiding van de
beste dirigent wel enkele foutjes in een te spelen
stuk muziek. Dat is ook helemaal niet erg als het
in een concertzaal gebeurt. De meeste luisteraars
horen er niets van en diegenen die het wel horen
hebben er begrip voor en storen zich niet aan der
gelijke kleinigheden. Zij geven de voorkeur aan
een spontaan musiceren, het meemaken van een
muzikaal gebeuren, opgenomen te zijn in de wis
selwerking tussen publiek en uitvoerenden waar
een belangrijke bezieling van uit kan gaan, boven
de technische perfectie van de grammofoonplaat
die dit allemaal moet missen.
Soms wordt de muziek die in een concertzaal wordt
uitgevoerd, opgenomen, maar dit wordt uitsluitend
gedaan voor een al of niet directe radio-uitzending.
Een dergelijke opname wordt één, ten hoogste twee
keer uitgezonden. Dan zijn foute noten, applaus
en andere dingen die eigenlijk niet bij de muziek
horen, niet storend. Eerder zal men het kennelijk
niet te vermijden gekuch van het publiek missen!
Tijdens studio-opnamen, waarbij de muziek eerst
op een band wordt opgenomen, is het geen zeld
zaamheid als een bepaald gedeelte twintig keer
moet worden overgedaan voordat iedereen tevre
den is. Als tenslotte het hele werk een stuk of
drie keer in zijn geheel op de band staat' en som-
mige gedeelten zelfs nog veel vaker, wordt de
band door geluidstechnici zorgvuldig verknipt en
geplakt totdat het resultaat een volmaakt uitge
voerde muziek te horen geeft. Van de geluiden op
de band wordt dan een plaat gesneden die na vele
bewerkingen een persplaat' levert (matrijs) waar
mee de platen worden geperst die in de handel
worden gebracht.
uit welke richting?
Figuur 1 is een schematische voorstelling van een
concertzaal met een luisteraar die is aangeduid met
de letter H (van horen). AEB stelt het orkest voor
waarbij van de kant A hoofdzakelijk de hoge, van
de kant B de lage geluiden komen. In de eerste
plaats hoort H dus de hoge klanken van links ko
men en de lage van rechts. Maar het geluid gaat
natuurlijk niet alleen naar die ene luisteraar toe;
het verplaatst zich in alle richtingen, kaatst tegen
muren, plafond, nissen, deurstijlen, lampen enz.
(Dus niet zo mooi als op de tekening is voorge
steld; geluiden gedragen zich nu eenmaal anders
dan biljartballen). Het geluid dat van A komt,
kan dus ook via D naar H gaan, H hoort de tonen
die links gemaakt worden óók van rechts komen!
Of van achteren, zoals de lijn EFH laat zien. Met
andere woorden: het geluid lijkt van alle kanten
te komen en H zit er middenin, maar vooral hoort
hij de muziek komen uit de richting waar deze
werkelijk wordt gemaakt. Dit komt omdat het ge
hoororgaan van de mens een buitengewoon gevoe
lig instrument' is.
Hoe mensen de richting waaruit een geluid komt,
bepalen, wordt voorgesteld door figuur 2. Van een
punt uit wordt een geluid gemaakt. Het verplaatst
zich in alle richtingen even gemakkelijk en even
snel (ongeveer 330 meter per sec.). Omdat het
rechteroor van de luisterende man een heel klein
beetje dichter bij de geluidsbron is dan het linker
oor, zal hij met zijn rechteroor het geluid ook iets
eerder horen. Dit verschil in tijd is echter zo ont
zettend klein, dat hij niet twee keer hetzelfde zal
horen, maar toch is dit verschil voldoende voor de
hersenen om te registreren: het geluid is zóveel
dichter bij je rechteroor dan bij je linker, dus van
die richting komt het!
gescheiden klanken
Bij het beluisteren van radio of grammofoon met één
luidspreker, mist men natuurlijk dit ruimtelijke; al
le geluiden komen als een gezamenlijke mengklank
uit die éne luidspreker. Gevoelig als ons gehoor
25