OVERDRACHT Hr. Ms. „TONIJN"
Als één man een zelfs betrekkelijk klein schip als de Tonijnin z'n ééntje had moeten
bouwen, zoals volgens het oude bijbelverhaal in het grijze verleden Noach dat deed
met zijn ark, dan zou hij daarvoor 1250 jaren hebben nodig gehad! Hierbij is rekening
gehouden met de huidige vijfdaagse werkweek, de officiële feestdagen, de gebruikelijke
vakantie en de snipperdagen. Dit betekent dus, dat, nog geheel afgezien van de
tegenwoordige pensionering en A.O.W. op 65-jarige leeftijd, zelfs een Methusalem,
die met zijn "slechts" 969 levensjaren door velen voor de oudste mens ter ivereld wordt
gehouden, voor het voltooien van een dergelijk karwei als het bouwen van de "Tonijn",
toch nog véél te vroeg gestorven zou zijn!
Veel denk- en handwerk.
Deze interessante bijzonderheden konden worden
ontleend aan de toespraak, die de heer ir J. E.
Woltjer op donderdag 24 februari jl. hield bij de
overdracht van Hr. Ms. „Tonijn", de tweede der
beide onderzeeboten, die op onze werf voor de
Koninklijke Marine werden gebouwd. De heer
Woltjer vertelde toen nl., dat in deze twee sche
pen, die binnen een tijdsbestek van 3M jaar na de
ondertekening van het contract door W.F. kon
den worden opgeleverd, volgens de begroting in
totaal meer dan twee millioen manuren door de
werf zijn verwerkt. „Indien men hierbij optelt" -
aldus de heer Woltjer - „de uren, verwerkt in de
constructie van hoofd- en hulpwerktuigen, en in
dien men dan ook nog ziet naar de andere toe
leveranciers voor electriciteit en electronica, dan
wordt het duidelijk, dat in dit betrekkelijk kleine
schip een enorme hoeveelheid denkwerk en hand
werk is verricht. Ik zou schattenderwijze willen
zeggen: Vijf millioen uren voor twee schepen; dat
betekent voor 2500 man een jaar werk".
De heer Woltjer concludeerde dat dergelijke opdrach
ten derhalve van enorm belang zijn, niet alleen voor
de Nederlandse scheepsbouw, maar ook voor de vele
toeleveranciers.
Toespraken en ceremonieel.
De „Tonijn had voor deze gelegenheid een spec
taculaire ligplaats gekregen naast het in afbouw
zijnde grote booreiland, tegenover de kantine Kop
Haven. Vooral van Marine-zijde bestond er voor
deze overdracht veel belangstelling, waarbij de weer
goden, afgezien van een gure wind, ons iets gunsti
ger gezind waren dan zulks in de laatste tijd bij der
gelijke gelegenheden het geval was. Ook de
doopster van de „Tonijn", mevrouw M. Wieffering-
Otto, echtgenote van de secretaris-generaal van het
Ministerie van Defensie, woonde de plechtigheid bij,
die muzikaal werd opgeluisterd door de Mariniers
kapel.
Het scheepsembleem van de „Tonijn".
1
