Plezier na het werk JAPANNER OF CHINEES? ik en was voorzien van een spiegelhek en een grote ramsteven. Het was een voorloper van het enige jaren later gebouwde pantserdekkorvet „Sumatra". De Britse Defence Act kruisers 2de klasse werden het voorbeeld voor de zes pantserdekschepen van het „Holland" „Utrecht"-type, die gedurende de laatste jaren van de negentiende eeuw werden ge bouwd. Ik heb getracht in deze korte artikelen hun, die belangstellen in de geschiedenis van de Nederlandse Marine (scheepsbouw) iets te vertellen over een schakel, die ontbrak in de keten van gepubliceerde gegevens. A. v. D. Voor een leek is de vraag „Japanner of Chinees?" moeilijk te beantwoorden. Die vraag schijnt zich in de vogelsport eveneens voor te doen. Want de bij de vogelliefhebbers overbekende Japanse Nach tegaal is helemaal geen bewoner van Japan, maar een bewoner van Z.O.-Azië. Ook het woord nachte gaal is misleidend, want met de gewone nachtegaal hebben deze vogels niets uitstaande, noch wat uiterlijk noch wat zang betreft. Deze overigens uit stekende zanger komt zowel voor op de zuidelijke als de noordelijke hellingen van het Himalaja ge bergte en vooral ook in Zuid-China, dus zouden ze eigenlijk Chinese nachtegaal kunnen heten. Ook is er in de meeste vogelboeken te lezen, dat het vrij gemakkelijk is deze vogels te laten broeden, maar dat klopt niet. Er wordt wel mee gebroed en er worden soms jongen grootgebracht, maar dat blijft een uitzondering. Elk jaar worden er vrij veel van deze aantrekkelijke vogels ingevoerd en zij zijn dan in iedere vogelwinkel wel verkrijgbaar. Zij zien er dan echter over het algemeen vuil en rafelig uit, terwijl zij meestal nogal schuw zijn. Hebben zij eenmaal een vaste verzorger(ster) dan zijn zij snel rustig en worden zelfs heel tam en er zijn mij genoeg gevallen bekend, dat men de vogel uit de kooi laat en dat deze dan het voedsel uit de hand van de verzorger haalt. De Latijnse naam is Liotrix-Luteus. De kleur is zeer mooi. Van boven is het zijde-achtige gevederte bruinachtig olijfgroen, terwijl de bovenkop en de nek meer zuiver olijfgroen zijn. De bij de prachtige tamelijk grote ogen verbrede teugelstreep is geel grijs, onderborst en buik zijn roodbruin tot grijs en de keel is warmgeel. Op de vleugeldekveren zijn in opvallende tekening de kleuren rood, geel, bruin en blauw te zien, terwijl de fraai gevormde snavel donker van kleur is en naar de punt toe oranje kleurig wordt. Het voedsel bestaat uit universeel voer, vruchten, bessen, wat groen en af en toe een meelwormpje, voorts natuurlijk iedere dag vers water, niet alleen om te drinken, maar ook om te baden, want daar zijn het liefhebbers van. Het verschil tussen man en pop is moeilijk op het eerste gezicht te zien. Er zijn wel verschillen. Ze zijn echter klein: de pop is over het algemeen iets matter van kleur en de gele oogstreep is ook wat korter dan bij de man. Het beste bewijs, waaraan de man te herkennen is, is dat deze zingt. De pop daarentegen roept. Het is vrij eenvoudig deze roep te imiteren. Is er een man in de buurt, dan antwoordt hij onmiddellijk door te gaan zingen. Deze sterke vogels kunnen zowel in een vitrine als in een buitenvolière gehouden worden. Maar wilt u het meest van de zang profiteren, dan is het beter om de man alleen te houden, want als u er een pop bij houdt, zal de zang altijd minder zijn. Daarbij zou ik u nooit adviseren om de vogels sa men met kleine vogeltjes in een volière te houden. Het kan namelijk lang goed gaan, maar dan is het opeens mis en ziet u een „Jap" vliegen met een jong zebravinkje of iets dergelijks in zijn snavel. Zo n vogeltje eet hij rustig op of het een wormpje is. Al met al is deze vogel - mits in goede conditie - een prima zanger, die zeer intelligent is en die zich heel goed leent om als enkeling in een kamer vitrine of buitenvolière gehouden te worden. Boven dien gaat hij bij een goede verzorging zeer lang mee. De respectabele vogelleeftijd van 12 a 14 jaar is helemaal niet zeldzaam voor deze Chinese Japanner of Japanse Chinees P. C. de Grauw 17

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1966 | | pagina 19