graaf zoals we hem nu zouden
noemen, die tenslotte ook geen al
ledaags vak had.
Een kaartenmaker moest veelzij
dig zijn.
Man van de wetenschap die er
niet tegenop moest zien om eerst
enige jaren sterrenkunde te stu
deren. Handelsman die zijn waar
zo voordelig mogelijk moest we
ten te verkopen. Zeeman en aard
rijkskundige die zijn ervaringen
in kaart moest brengen. Kunste
naar die aan dit alles een sierlijke
vorm wilde geven.
Zo een man was Willem Janszoon
Blaeu, die in Amsterdam een uit
geverij begon, uitsluitend op het
gebied van kaarten en globes.
Zelf schreef hij een aantal zee
mansgidsen die zo goed voldeden
dat ze later in het Engels en in
het Frans vertaald werden.
Hij tekende zeekaarten en bere
kende lengtematen van zeedelen.
Hij stelde atlassen samen en ver
vaardigde wereldglobes. Hij maak
te wandkaarten en een hemel
globe. Alles wat hij deed was van
zo'n goede kwaliteit dat van zijn
kaarten en globes de meeste aan
het buitenland verkocht werden.
Andere die nu niet meer ge
bruikt worden, zijn te zien in het
scheepvaartmuseum in Amster
dam. Ondanks zijn vele particu
liere werkzaamheden trad Blaue
ook nog in dienst bij de Oost-
Indische-Compagnie als kaarten
maker. Terwijl de Amsterdamse
admiraliteit hem aanstelde in
's lands geheime dienst om be
paalde zeemetingen te verrichten.
Uit dit alles blijkt dat Willem
Janszoon Blaeu een gezien man
was. Zijn werk en zijn uitgeverij
kreeg steeds meer bekendheid
vooral nadat ook zijn beide zo
nen, Joan en Cornelis in het vak
gingen. Gedrieën kon er meer
werk gedaan worden. Steeds vol
maakter werkstukken kwamen
van de persen. Behalve als schrij
vers en geleerden, als kunstenaars
en als zakenlieden, vonden de
Blaeus ook nog tijd voor het ver
vaardigen van zeevaartkundige in
strumenten.
Willem Janszoon Blaeu,
naar een schilderij van
Thomas de Keyzer.
De wereld wordt steeds groter
Alle werelddelen zijn nu in kaart
gebracht. De eeuwen door is er
zoveel ontdekt, dat het steeds
moeilijker wordt om nog iets
nieuws te vinden.
Aardrijkskundig is er veel veran
derd, maar door onderlinge ver
warring in de betreffende landen
verandert er steeds weer iets op
de wereldkaart. Het maakt voor
de cartograaf niet veel uit hoe de
wereld verandert, wel, dat ze ver
andert. En dan is er in het heelal
nog zoveel te ontdekken!
Want nooit, nooit zal de mens
heid tevreden zijn met het hier
en nu. Altijd weer zullen er on
derzoekers komen met de eeuwige
reislust in het bloed, op weg naar
het onbekende.
Want of hij nu een stenen bijl
hanteert en spelevaart in een holle
boomstam, of een moderne ruim
tevaart organiseert, de mens is en
blijft een reiziger in de tijd.
NORA PETIT
27