5000 Volts voedingskabels konden voor 2/3 worden gelegd.
Voor de afd. Nieuwbouw werd een dubbele loods van 35 bij 30 meter
gebouwd en volledig ingericht voor het conserveren van grote constructies
(secties voor schepen).
Het werk aan de nieuwe hoofdingang Oost werd voortgezet. Per 3 januari
1966 werd de ingang, benevens de nieuwe rijwielstalling bij de hoofdingang,
in gebruik genomen.
Voor de lichtgas-distributie werd een gebouwtje opgetrokken en zodanig
ingericht, dat later op aardgas kan worden overgegaan.
De sanering van de onderkomens voor onderaannemers kreeg haar beslag.
Diverse verbouwingen, verband houdende met de fusie, werden uitgevoerd
in het hoofdkantoor en in het dokkantoor Oost. Verder werd nog verbouwd
het kantoor van de Garage.
Een 5-tal terreinwagens voor personenvervoer werd van een overkapping
voorzien.
De 12-tons kraan op dok 4 werd gerevideerd en van nieuwe herwerken in
wielkasten voorzien.
In de Verzinkerij werd een nieuwe 6-tons loopkraan geplaatst.
Op handbediening vanaf de grond kwamen 2-loopkranen gereed.
3 Verdere kranen zijn onderhanden.
Voor de persluchtvoorziening van de werf werd in opdracht gegeven een
150 m" turbo-compressor type „De Laval-Bronswerk", op te stellen in een op
te trekken gebouw aan de kop van de haven. De compressor wordt in eigen
fabrieken vervaardigd. De aandrijving geschiedt electrisch door een synchrone
motor van 1500 PK, 5000 Volt.
Aangevangen werd met het leggen van een 10 duims persluchtleiding van de
kop haven naar dok 8, zomede van leidingen voor gas, zuurstof en
watervoorziening.
De sleepboten „Drydock Wiltons „G.M. Roentgen", „Company",
„Engineering" en de directieboot „And" werden uitgerust met nieuwe radio
telefonie zend- en ontvanginstallaties, z.g. Marifoons, voor haven- en
kustverkeer en rechtstreekse verbinding met de werf. (Het woord „Marifoon"
is gevormd uit de woorden: maritiem en telefonie, ter onderscheiding van de
landmobilofooninstallaties)
13