Wilton - Fij enoord
vandaag en morgen
In de afgelopen dagen is er in de kranten veel geschreven over de scheepsbouw. Dat
houdt verband met het rapport, dat is uitgebracht door de Commissie Nederlandse
Scheepsbouw 1965, een rapport dat alles bij elkaar zo'n 800 bladzijden telt.
Het is een goed idee geweest van deze Commissie om van dit lijvige rapport een kort
uittreksel te maken, dat u inmiddels wel zult hebben ontvangen.
Wij hopen maar, dat u niet te veel geschrokken bent van de grote zwevende letters op
de omslag van dat boekje. Dat was een grapje van de drukker, die de letters heeft laten
meedansen met de golvingen van het water, waarop de schepen zich voortbewegen.
De inhoud van het boekje is allesbehalve een grapje.
Aan alle werknemers van Nederlandse scheepswerven wordt daarin namelijk iets ver
teld van de problemen, waarvoor de scheepsbouw zich in 1966 en in de komende jaren
gesteld ziet.
Toch kunnen wij ons voorstellen, dat u zich na lezing afvraagt: maar hoe zit dat nu bij
ons? Daarom hebben wij boven dit artikel gezet „Wilton-Fijenoord vandaag en morgen".
Wij zijn het met de Commissie eens, dat er in ons land wel degelijk een toekomst is
voor nieuwbouw en reparatie op onze werven, maar u mag echter uit dit boekje geen
verkeerde indruk krijgen van de toestand in ons eigen bedrijf. Veel van wat de commis
sie aanbeveelt, wordt bij ons namelijk al toegepast of er wordt aan gewerkt. Ons onder
nemingsbeleid is sinds jaar en dag gericht op aanpassing aan de veranderingen, die zich
in de wereld op de markt voor nieuwbouw en reparatie voordoen. Wij wijzen in dit ver
band ook op de fusie met Bronswerk, die onze positie ongetwijfeld heeft versterkt.
En waar het boekje spreekt over de verliezen in de scheepsbouw in het algemeen, heeft
Wilton-f ijenoord in de afgelopen jaren wèl goede resultaten kunnen boeken. Tevens zijn
wij in staat geweest uit eigen middelen een nieuw reparatie-dok te laten bouwen, dat
een van de modernste en het grootste van Nederland is.
Het is beslist niet onze bedoeling de indruk te wekken, dat wij er al zijn. 'Wij zijn er ons
te zeer van bewust, dat er ook bij ons nog veel en hard aan getimmerd zal moeten worden.
Het rapport van de Commissie Nederlandse Scheepsbouw 1965 heeft ons er weer eens
met de neus op gedrukt, dat ook het arbeidsklimaat en de werkomstandigheden op de
werven de grootst mogelijke aandacht verdienen en dat de arbeidsprestaties nog niet
zijn wat ze zouden moeten zijn.
Het is onzes inziens de grote verdienste van genoemde commissie, dat het rapport als
het ware op een rijtje legt waaraan wij in de komende jaren zullen moeten werken.
Er is ook voor Wilton-Fijenoord alléén maar een morgen, wanneer wij ons aanpassen aan
de veranderingen op de wereldmarkt voor nieuwbouw en reparatie en aan de om ons
heen geleidelijk vorm krijgende maatschappelijke veranderingen. Dat is niet alleen een
zaak van directie en bedrijfsleiding, maar van ons allen, van hoog tot laag!
DE DIRECTIE
