trouwbare wachtsman op. Kan je op dichtvaren.
Drankvrij. Gaat voor mij door het vuur. Ik stuur
een taxi en geef jij nou maar een briefje mee.
Anders geloven die knapen van jou nog niet dat
ze van boord kunnen."
't Is rustig weer, peinsde Worringa. Vooruit dan
maar.
De verhalen van meer dan twintig jaar avontuur
deden opgang. Mike was een goed gastheer. Zijn
beste whisky had hij tevoorschijn gehaald. Maureen
O'Murphy wist te toveren met zalm, forel en nog
zoveel meer. Mike had eigenhandig een ouder
wetse Damsterdiepse Irish Stew toebereid. Toen
de taxi stuurman en meester in de kelder had af
geleverd en ze een beetje „op temperatuur" waren
gekomen, kwam het feest eerst goed op gang. De
jonge O'Murphy's pakten hun instrumenten en de
Ierse balladen kwamen op gang. Molly Malone, de
legendarische Mosselen verkoopster van Dublin,
zongen ze mee. „The man for Galway" sloeg ook
in, evenals „The stone outside Dan Murphy's door".
Maar toen vroeg Mike aandacht voor een van de
mooiste balladen, een teruggang naar de tijd toen
Ierland zijn strijd voor de vrijheid nog moest strijden.
Molly O'Murphy zette zich achter de kleine harp.
Er viel een stilte in de kelder. Mike draaide de
lichten op één na uit. Een kleine schijnwerper liet
zijn licht vallen op het meisje met de harp. Toen
zette ze in:
Let me carry Your cross for Ireland, Lord
The hour of her trial draws near
And the pangs and the pains of the sacrifice
May be born by comrades dear.
But, Lord, take me from the offering throng
There are many far less prepared
Though anxious and all as they are to die
That Ireland may by spared.
De Hollanders luisterden ademloos, de Ieren zaten
met het hoofd in de handen. Worringa keek gefas
cineerd naar dat tengere meisje, dat haar vingers
over de snaren van de harp liet glijden en met een
zachte heldere stem de ballade zong. Tot halfweg
de laatste strofe luisterden de Ieren stil toe.
Let me carry Your cross for Ireland, Lord
For Ireland weak with tears
For the aged man of the clouded brow
And the child of the tender years
Bij de laatste regels zongen ze zacht mee:
For the empty homes of her golden plains
For the hopes of her future, too
Let me carry Your cross for Ireland, Lord
For the cause of Roisin Dubh.
De ontroering was echter gauw gebroken en ze
zongen even later enthousiast mee:
She is a rich and rare land
O, she's a fresh and fair land
She is a dear and rare land
This native land of mine.
Toen even na middernacht de klokken van Gal
way hun zware galm over de stad en tot ver in de
baai begonnen te strooien, stond Mike O'Murphy
op. Hij hief zijn glas en zei eenvoudig:
„Voor jullie allen en vooral voor mijn oude Hol
landse vriend, captain Sikko Worringa, een geluk
kig nieuwjaar, een goede vaart en altijd weer een
behouden thuiskomst. Sloante es soal. Gezondheid
en een lang leven."
Toen ze geklonken hadden en de grote hangklok
zijn twaalf slagen gaf, haalde Mike O'Murphy een
enveloppe uit zijn zak en gaf die aan Worringa.
Er zaten twintig biljetten van een pond in.
„Wat moet ik daarmee?" vroeg Worringa.
„Delging van de schuld," zei Mike.
„Schuld?"
„Ja."
„Mij niet bekend, Mike."
,,'k Zal je geheugen opfrissen, captain. Twee dagen
voordat we uit Hull met dat konvooi vertrokken,
ben ik in je hut geweest. Ik wilde twintig pond
voorschot op m'n gage hebben. Ik had er geen
recht op, maar je gaf me het geld, naar je zei, uit
je privékas. Twee dagen later ging de goeie „Dam-
sterdiep" naar de kelder. En wij overboord. Ik had
het geld in mijn portefeuille in mijn zak. Voor die
twintig pond had ik nog geen arbeid geleverd. Ik
kreeg daarna ook geen kans. Ik kon nooit aan de
weet komen of je gered was, waar ik ook infor
meerde. Tenslotte gaf ik het maar op. Maar die
twintig pond zijn me altijd blijven dwarszitten.
Nou voel ik me opgelucht. Ik hou niet van schuld."
Sikko Worringa dacht even na.
„Wordt hier in Galway iets voor de zeeman ge
daan?" vroeg hij.
„Ja," zei Mike. „Er is een instuif waar ze worden
opgevangen."
„Geef het geld aan de kerel die die zaak runt. En
dan mag je echt het gevoel hebben dat je voor die
twintig pond hebt gewerkt."
Toen hij de enveloppe teruggaf, zetten de Ieren
spontaan in „For he is a jolly good fellow".
De morgen schemerde al over de baai van Galway
toen ze naar boord teruggingen. Worringa ging met
de stuurman en de meester mee.
„Ik hoor op m'n schip," zei hij eenvoudig. Dat is
toch altijd weer ons tehuis, hoe je het ook wendt
8