Jubilea
of keert. Vooral in de oudejaarsnacht als we in
de vreemde zijn."
o
Een vrije vertaling van de Ierse ballade volgt hier
onder.
Heer, laat mij Uw kruis voor Ierland dragen
nu het uur van haar beproeving nadert
En, zo smart en wee van het offer door dierbare
kameraden wordt gedragen,
Heer, neemt U mij uit die grote menigte die hun
offer geven
Er zijn zovelen, nog minder bereid
hoewel ook verlangend met allen die staan voor
de poort der eeuwigheid
dat Ierland verschoond mag blijven.
Laat mij Uw kruis voor Ierland dragen
Voor het Ierland dat in tranen is gedrenkt
Voor hen wier hogere leeftijd een stempel drukt
op 't gelaat.
En voor het kind dat in haar prille jeugd nog staat
Voor hen die verdreven 2ijn van hun gulden velden
Voor de veelvuldige hoop die wij op haar toe
komst stelden
Heer, laat mij Uw kruis voor Ierland dragen
voor de zaak van Roisin Dubh
Dit land is rijk, dit land is uniek
Oh, dit land is fris, dit land is schoon,
dit land is lieflijk, het is uniek
Dit geboorteland van mij
De jubilarissen van de afgelopen maand zijn de
heren B. van Batenburg en A. de Grauw, beiden
25 jaar in dienst van W.F.
De beide jubilarissen in „de frontlinie".
Mevrouw De Grauw wordt door de heer Meeuwisse geluk
gewenst met het jubileum van haar man.
Namens de directie heet de heer C. H. Meeuwisse
de beide heren met hun echtgenoten hartelijk wel
kom en herinnert de jubilarissen aan de wel zeer
moeilijke tijd, waarin zij in dienst zijn getreden.
De oorlog in ons land woedde reeds anderhalf
jaar en een barre en moeilijke winter stond voor
de deur.
Zowel de heer Van Batenburg als de heer De
Grauw waren toen nog erg jong, resp. 14 en 17
jaren en zij hebben hierdoor waarschijnlijk tegen
over de problemen in die tijd wel enigszins anders
gestaan dan zij nü zouden staan. Dat is met de te
genwoordige jeugd nóg wel zo, aldus de heer
Meeuwisse, maar heden ten dage protesteren de
jongeren vaak op een minder prettige wijze dan
vroeger het geval was. Spreker gaat hier nog wat
verder op in.
Vervolgens concludeert de heer Meeuwisse, dat
beide jubilarissen hier hun levenstaak hebben ge
vonden. Zij hebben de ontwikkeling van het be
drijf meegemaakt en hieraan hun steentje bijgedra
gen. Door hun vakmanschap en kennis, hun trouw
en gemeenschapsgevoel behoren zij tot de kern van
ons bedrijf. Het heeft hen gemaakt tot die mensen,
die ervoor zorgden, dat W.F. zowel binnen als bui
ten de grenzen iets te bieden had. De directie be
tuigt dan ook graag haar dank voor alle moeite en
9