Plezier na het werk
Ganzen
v
Het bestuur van de Vereniging van Bazen
en Onderbazen van de Dok- en Werf
Alaatschappij Wilton-Fijenoord NV.
wenst directie, chefs en alle verdere me
dewerkers van het bedrijf een alleszins
gelukkig en voorspoedig nieuwjaar.
Meestal gaat zo vóór de Kerstdagen de interesse
van veel mensen uit naar de ganzen, onze forse
watervogels. En op menig boerenerf waggelt de
ganzerik of gent onrustig langs de slootrand heen-
en-weer. Bedroefd omdat nog slechts een paar
vrouwtjes uit zijn harem zijn overgebleven.
In oude tijden werd het Kerstfeest dan ook wel
Ganzenfeest genoemd, maar de vraag blijft of het
voor de ganzen zelf nu wel zo'n feest was. Het is
echter zo, dat in Oost-Europa de ganzen als Kerst
bout een grotere rol spelen dan hier in ons land.
Vooral het Tsjechische Kerstfeest is pas compleet
als er een gemeste gans of karper op tafel komt.
Toch is het triest voor de mannetjes als zij hun
nasale ang-ang-ang naar hun verloren vrouwtjes
laten klinken en er vaak boven hen hetzelfde geluid
als antwoord klinkt. Dat haast eendere geroep is
afkomstig van de over de polder trekkende grauwe
ganzen. Onze „Kerstganzen" stammen in wezen
van deze soort af. Die grauwe ganzen vliegen in
een V-formatie of in een lange rij schuin achter
elkaar. Soms ook in een minder strak verband, voor
al als zij een landingsplaats zoeken en eerst het ter
rein goed willen verkennen. Meestal zijn zij dan op
weg naar de Biesbos of de weilanden en stoppel
velden aan het Hollands Diep en het Haringvliet.
Het zijn zeer forse vogels, grijsachtig-bruin met
donkere plekken en witte randjes langs hun veren,
de stevige snavel is oranje en de poten zijn roze.
De ganzen, die hier overwinteren zijn zeer schuw en
voorzichtig, geen wonder, want er wordt druk op
gejaagd, niet alleen maar rond de Kerstdagen.
Merkwaardig is, dat wanneer zo'n grauwe gans
eenmaal levend is gevangen, bijvoorbeeld onder een
net, hij ondanks zijn waakzaamheid binnen de tien
minuten brood of graan uit de hand eet.
Behalve de Grauwe gans, zijn er nog de Rietgans
en een kleinere soort daarvan. Deze vogels zijn
kleiner en donkerder dan de Brandgans en de
Kolgans. Deze laatste soort valt op door de witte
band die over het voorhoofd loopt. Maar over het
algemeen zijn zij op een afstand of in de vlucht
alleen maar door kenners te onderscheiden.
Gelukkig zijn de wilde ganzen sterke taaie vo
gels. Dat bleek toen jaren geleden veldbiologen
op het idee kwamen gevangen ganzen met een
röntgenapparaat door te lichten om te onderzoeken
hoeveel hagelkorrels in het ganzelichaam aanwezig
waren. Veertig procent van de onderzochte vogels
bleek hagelkorrels bij zich te dragen. Sommige die
ren wel meer dan 10 stuks. Het gemiddeld aantal
bedroeg 2 a 3.
Als nu één dezer dagen de gemeste gans panklaar
in de keuken ligt en er aan deze tamme gans nog
wat grijze veertjes kleven, dan zal ieder die dit
stukje heeft gelezen, direct denken aan de voorva
ders van deze tamme gans. Mocht de bout wat taai
blijken dan zou dit verband kunnen houden met
de natuurlijke taaiheid, waarmee deze vogels zich
te weer moeten stellen tegen gift en hagelkorrels.
P. C. de Grauw(e gans).
25