de oude „Damsterdiep" een konvooi bij de
Haisborough duikende Stuka's een hel van
afweervuur van het escorte een voltreffer op
het voorschip Hij vond zichzelf terug in zee,
drijvend op zijn zwemvest, verwonderd dat hij nog
leefde en blijkbaar compleet was. Korte tijd later
werd hij opgepikt door één van de gewapende
trawlers van het escorte. Hij hoorde, na maanden,
dat twee van zijn bemanning er ook het leven had
den afgebracht. Wie het waren kwam hij niet te
weten. Ze waren in een andere haven aan wal ge
bracht.
Sikko Worringa liet zich snel van zijn barkruk glij
den en liep op de man toe.
„Mike O'Murphy, kerel da's een verrassing. Rooie
Mike, de beste kok die ik ooit aan boord had. En
de Jerries kregen jou ook niet te pakken? Man wat
doet me dat een plezier."
Het gelaat van Mike O'Murphy was één brede
lach.
„Captain, dat jij nou in Galway zit. De mooiste
dag van m'n leven, behalve dan natuurlijk toen ik
m'n Maureen voor het altaar bracht. Een geluk dat
ik de nieuwe „Damsterdiep" in de haven zag.
'k Dachtals captain Worringa daar nou weer
eens op zat. En je stuurman zei dat het zo was."
„Pak een kruk," zei Worringa. Daar hoort een dub
bele Irish Mist bij.
Ze gingen aan de bar zitten en het eerste half uur
vertelden ze met een sneltreinvaart van hun leven
sinds die dag van de ondergang van hun oude
schip.
Mike O'Murphy, direct na zijn redding toch voor
alle veiligheid maar naar zijn neutrale vaderland
Eyre teruggekeerd. Zeevaren en avonturen, best,
maar niet tussen mijnen, torpedo's en bommen door
als 't niet strikt nodig is.
„Gelijk had je Mike," vond Worringa, „in jouw
positie had ik er ook voor gepast. Jouw land was
niet in de oorlog betrokken. Voor mij was het niet
meer dan plicht. En daar marchandeer je niet mee."
Mike's verhaal ging verder. Nog wat gevaren op
coastertjes rond Ierland. Toen dat ook te gevaar
lijk werd, ging hij maar aan de wal. Eten willen ze
overal gekookt hebben. Na de oorlog een eigen
pub, annex eethuisje.
„Kon je gerust doen," lachte Worringa. „Jouw
Irish Stew was altijd een belevenis. Hoe je die voor
mekaar fabriekte
„Koksgeheim," zei Mike met een knipoog.
Na de vierde Irish Mist had Sikko Worringa de
uitnodiging op zak in elk geval de oudejaarsavond
in Mike's familiekring te komen doorbrengen.
„De tent dicht," beloofde Mike. „Alleen voor ons.
Maureen, m'n dochter en m'n twee zoons en jij,
captain. De kinderen zijn nog onder de twintig.
Wij trouwen in Ierland niet zo jong. En dan zal je
Ierse balladen horen. De jongens spelen gitaar en
Molly de kleine harp. Man, dat moet je horen.
Een paar goeie vrienden erbij. Je zult een beste
jaarwisseling hebben al is de kapiteinse er helaas
niet bij."
„Zo is het zeemansleven, Mike."
„Ja, captain, zo is het. En dan ik heb nog een
verrassing voor je. Een ouwe schuld. En ik hou niet
van schulden."
„Schuld?"
„Wacht maar af. Misschien dat het nog in je her
innering komt."
Het werd een voortreffelijke oudejaarsavond.
Mike's tent in een oude kelder, gedecoreerd met
vlaggen, visnetten en oude scheepsmodellen. Ton
nen als tafeltjes. Tegen 11 uur haalde Mike zijn
gast nog over om de stuurman en de meester erbij
te halen. „Je kunt die kerels toch niet alleen laten
En dan in de vreemde."
Worringa had bezwaren. Er moeten mensen aan
boord zijn. Voor de verzekering. Maar Mike had
zijn bezwaren weggeredeneerd. „Ik haal een be-
6