woord mag richten. Gaarne wend ik mij vandaag
met name tot de heren De Vries en Gerritsen. In
het bijzonder richt ik mij dan tot de heer De Vries
om hem eraan te herinneren, dat elk jaar zijn ge
denkdagen heeft en er naast deze ook nog per
soonlijke gedenkdagen zijn. In uw leven zijn de
twee laatste dagen van dit jaar belangrijk. Op 31
december zult u uw verjaardag vieren en vandaag
herdenkt u het feit, dat het 40 jaar geleden is dat
u in dit bedrijf in dienst bent getreden.
Deze twee dagen zijn dus belangrijke feestdagen
voor u, die u tot nadenken en overpeinzen zetten.
Ik stel mij voor, dat men zich bij deze overpein
zing de vraag stelt of men nu wel tevreden is over
de gang van het eigen leven en over het werk,
dat men heeft kunnen en mogen verrichten.
Dan weet ik dat het eigen antwoord hierop niet
gegeven zal worden in deze zaal, maar dat men dat
doet in zijn binnenste en dat een ander daar niet
Kennelijk met veel genoegen bekijken de jubilerende heer
K. C. Betris en zijn echtgenote met enkele collega's een foto
album dat hem bij deze gelegenheid werd overhandigd.
mag binnenkomen. Maar ik mag er aan toevoegen
en dit geldt evenzeer voor de heer Gerritsen, dat
anderen natuurlijk ook deze vraag voor u beant
woorden. Wanneer het eigen antwoord in harmo
nie is met het antwoord van anderen, kan men
tevreden zijn. Als ik naar het werk van de heer
De Vries kijk, weet ik dat hij een technische oplei
ding heeft genoten. Hij is vlug van begrip en heeft
een groot doorzettingsvermogen. Hij heeft zelf
standig zijn weg in de arbeid gezocht en gevonden.
Nadat de koninklijke onderscheidingen en de W.F.-insignes
waren uitgereikt, ontvingen de jubilarissen en hun dames
vele gelukwensen. De heer Meeuwisse feliciteert hier me
vrouw Gerritsen.
Door kennis en vakmanschap en door contact met
de medemens heeft hij een stuk bedrijfspsycholo
gie in praktijk gebracht, dat bijzonder waardevol
is. Dit laatste speelt een grote rol en er zijn dikke
boeken over geschreven. Een baas heeft het niet
gemakkelijk. Dit alles heeft geleid tot een goede
beoordeling zowel buiten als binnen het bedrijf,
weshalve het H.M. de Koningin heeft behaagd
u toe te kennen de ere-medaille in zilver verbon
den aan de Orde van Oranje Nassau.
Tegen de heer Gerritsen zou ik willen zeggen, dat ik
veel van hetgeen ik tegen de heer De Vries heb ge
zegd, kan herhalen. U mag dit ook op uzelf van
toepassing achten, zij het in een andere branche.
U bent vakman, u hebt een vertrouwenspositie ver
worven en uw nauwgezetheid is alom bekend. U
heeft daaraan een stuk studiezin gepaard om bij te
blijven en ook dit alles heeft geleid tot het feit,
dat aan u is toegekend de ere-medaille in brons
verbonden aan de Orde van Oranje Nassau.
Gaarne wens ik u beiden hiermede van harte geluk
alsook met uw jubileum. Ik hoop, dat u de onder
scheiding in ere zult dragen, als teken dat onze
samenleving een grote waardering heeft willen toe
kennen voor alles wat u heeft gedaan."
Na deze hartverwarmende speech van de Burge
meester overhandigt de heer Van der Vorm na
mens de directie de bij de onderscheiding beho
rende draagmedailles en wenst de heren van harte
geluk. Y. D.
11