Orgels bouwen: Hobby waar muziek in zit De heer T. van Toor aan het werk. „Een toon is voor mij muziek, klank, je moet de ac- coorden zo leggen, dat het leeft. Er moet liefde in zitten". De heer T. van Toor (54), scheepsbouw- tijdschrijver annex assistent-calculator bij WF, raakt in vervoering als hij over muziek praat. Wij hadden een gesprek met hem over zijn hobby: het bouwen van orgels. Hij zegt: „Spelen doe ik zelf niet zo goed. Ik weet meer van de techniek, maar ik luister graag naar muziek, dat wel. Het zit in de fa milie". Toen hij getrouwd was - hij was 22 jaar - kocht hij zelf een orgel, een harmonium. Al gauw vond hij het te klein. En dat zou dan ook spoedig veranderen. „In die tijd prutste ik al aardig. Mijn vader, die zelf een orgeltje had, leerde me het één en ander. Na mijn huwelijk ontmoette ik een toonkunstenaar, een concertorganist. Die leerde me de fijne kneepjes. Ook het stemmen van piano's". Met die kennis („ik zie het als de grondslag van wat ik nu kan") deed hij een „aanval" op zijn eigen orgel. Hij verbouwde, bouwde bij, breidde het aan tal spelen uiten schonk het orgel aan zijn zoon bij diens huwelijk. Over zijn zoon: „Die is organist. Hij studeert nog steeds. Ik zal niet vreemd opkijken, als hij er nog eens zijn beroep van maakt. Hij legt zijn ziel in het spel. Prachtig! Wat de techniek is voor mij, betekent het spel voor hem". Behalve het bouwen van orgels kreeg de heer Van Toor dus eveneens het stemmen van piano's onder de knie. Hij meent: „Nee, ik geloof niet, dat ik een ab soluut gehoor heb, al hoor ik wel aardig. Stemmen is trouwens geen kwestie van alleen horen, eerder van voelen. Als je zuiver op je gehoor zou werken, zou je na een octaaf te hoog uitkomen, dat is bekend. Je moet een piano rein stemmen, die moet briljant klin ken. Bij het stemmen dien je daarom de tonen te „temperaturen". Daar zit „temperen" in. Dat bete kent: het inhouden van de tonen, als het ware. Zo iets leer je niet; het is meer een gave". En dan vertelt hij nog hoe je een piano warm kan laten klinken, hoe je het geluid levend kan maken en dat je de tonen niet mag „doortrekken". Vier jaar geleden begon hij met de bouw van een nieuw orgel, dat nu, op het stemmen van een drie tal spelen na, voltooid is. In zijn huiskamer staat een geweldig instrument met liefst 15 spelen, twee klavieren voor de handen en natuurlijk nog voetpe dalen. Alles naar eigen snit, smaak en ontwerp. Slechts de electrische motor en enkele kleine onder delen werden kant en klaar gekocht. Een hobby waar behalve muziek ook heel wat tijd in zit. En over tijd („ik doe nogal wat in het kerkelijke leven") beschikt hij niet zo erg veel. Aan een nieuw instrument begint hij niet meer, al 20

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1967 | | pagina 22