Middenponton
voor
booreiland
Boren
op zee
schrijdt voort
Bouwnummer 794
Zoals in ons oktobernummer vermeld, heeft de
afdeling nieuwbouw scheepsbouw eind 1966 een
begin gemaakt met de sektievorming van de mid
denponton voor het booreiland, dat door de werf
Gusto nog dit jaar aan Rusland in de Kaspische
zee moet worden opgeleverd.
Voordat het zover was, hadden reeds vele bespre
kingen tussen de technici van Gusto en WF plaats
gehad en waren de konstrukteurs van beide bedrij
ven bezig om de werktekeningen voor de produktie-
afdelingen klaar te maken. Bestellingen werden ge
plaatst en leveranciers onder druk gezet om toch
maar de kortste levertijden van materialen en ma
chines te bedingen.
Intussen hebben onze mallenmakers al vele werk
zaamheden op hun zolder verricht, opdat bij de le
vering van het eerste materiaal de aftekenaars en
de mensen van de machinale bewerking met hun
werkzaamheden kunnen beginnen. Ook de afdeling
machinaal branden maakt gebruik van door de mal-
lenzolder geleverde mallen.
Al deze losse onderdelen worden op de lasvloeren
in de scheepsbouwloods tot kleine sekties samenge
steld en afgeleverd aan de lasloods, waar dan de
grotere bouwrijpe sekties worden gevormd.
Met het bouwen van de ponton in het bouwdok
zal omstreeks het uitkomen van dit WF-Nieuws een
begin worden gemaakt. De bouwtijd van de ponton
in het bouwdok met de komplete machine-inrich
ting is kort, doch door gezamenlijk onze schou
ders eronder te zetten moet deze opdracht in de ge
stelde tijd te verwezenlijken zijn.
M. C. O.
De kabel staat strak gespannen. Zuchtend bijt Leen
Smit's „Zwarte Zee" zich door de golven van de
Noordzee. Het gaat langzaam. Achter 's werelds
grootste zeesleper drijft moeizaam een onhandelbaar
gevaarte met poten hoog in de lucht: een booreiland.
Het is alweer een lange tijd geleden, dat de Mr. Cap
vanuit Amerika naar WF werd gesleept om op onze
werf een onderhoudsbeurt te ondergaan, waarna het
eiland werd ingezet op de Noordzee.
Het is niet het laatste eiland geweest: een ieder weet
welk aandeel WF had in de bouw van de „Trans-
world Rig '58", die in april door de „Zwarte Zee"
werd weggesleept van onze werf om mee te doen
aan de jacht naar olie voor de Afrikaanse kust.
En nu spelen we weer mee in de bouw van een hef-
eiland voor Rusland, zoals men in het oktobernum
mer van dit blad heeft kunnen lezen.
Booreilanden: ergens een romantische klank. Kunst
matige eilanden in zee, die golven en weer-en-wind
moeten trotseren. Eilanden ook waarop mensen hun
moeilijk en zware werk verrichten. Energie van ruige
mannen om nog veel grotere energiebronnen aan te
boren ter vergemakkelijking van het leven in een deels
welvarende wereld. Maar het zijn ook mensen, die
de plannen voor zo'n constructie uitdenken en even
eens zijn het mensen, die die plannen gestalte geven.
In dit samenspel spreekt ons land een woordje mee.
Waarschijnlijk niet in het minst door de eeuwen
oude reputatie, dat wij een volk zijn, dat met de zee
is vergroeid.
Het zijn niet de Nederlandse scheepsbouwers geweest,
die de booreilanden introduceerden. Nu echter de
ontwikkeling van deze reusachtige gevaarten voort
schrijdt en mede vanwege het feit, dat er voor onze
kust wellicht schatten aan olie en gas in de bodem
voorkomen, pikken we graag een graantje mee.
Had men al snel systemen ontwikkeld die bodem
schatten op het land te veroveren, de oliewinning
onder water bracht talloze problemen met zich en
doet dat trouwens nog. Al voor de oorlog deden
pontons in ondiepe wateren bij Louisiana opgang.
De mens wil verder. En die drang leidde naar de
ontwikkeling van de zogenaamde submersible of sit-
on-bottom. Hiermee bleken operaties in wat diepere
4