wateren mogelijk. Het is op de keper beschouwd een
vervolmaking van het pontonsysteem, dat we al ken
den. Een enorme constructie met fles-achtige poten,
die vol water lopen om op de bodem te zinken,
waarbij het dek uiteraard boven de oppervlakte blijft.
Een submersible is uiterst zwaar en in verband daar
mee moeilijk te slepen. Het gebruik komt in de
praktijk nogal duur. Maar een voordeel is de stabili
teit; in diep water is de constructie onbruikbaar.
De moed werd niet opgegeven. De grens zou over
schreden worden. Een stapje in de goede richting
bleek het hefeiland: een drijvende bak met een popu
lair woord. In die bak zitten gaten, waardoor poten
steken. Ze worden op de bodem neergelaten, waar
langs de bak wordt opgevijzeld, zo hoog, dat het
golvenspel er geen invloed meer op kan hebben. Dit
type komt veel voor. Vooral de vrij goede verplaats
baarheid springt in het oog. Tevens is de stabiliteit
goed te noemen, hoewel er toch een extra belasting
aangebracht moet worden ter verhoging ervan. Hier
mee wordt weer een probleem aangesneden: de ver
plaatsing. De ballast kan niet mee tijdens de sleep-
tocht, vanwege het gewicht. Soms gaan zelfs de po
ten met een apart transport: een kostbare zaak en
tijdrovend! Ter plaatse van de boringen dienen de
poten weer gemonteerd te worden.
1
Pp*'*
Toch legt een dergelijk eiland de mens beperkingen
op. In zeer diepe wateren is het - en dat is duidelijk -
niet bruikbaar. De gedachte vatte steeds meer post,
dat gewone schepen nut konden afwerpen. Het lijkt
er thans veel op, dat schepen inderdaad een grote
toekomst bij de boringen naar olie tegemoet gaan.
Voor de stabilisatie moet echter nog een perfect
systeem uitgedacht worden. Men gebruikt schepen
met in het midden een gat om te boren. Zo'n uitrus
ting is vrij eenvoudig te leveren. Bovendien schept
het vervoer nagenoeg geen problemen: de meeste
van die schepen bewegen zich op eigen kracht voort.
Ik tipte al even de slechte stabilisatie aan. Het zal
duidelijk zijn, dat bij woelig weer het schip nogal
schommelt. En dat werkt juist het wringen van de
boorpijpen in de hand. „Outriggers" zijn een rede
lijke, doch geen afdoende oplossing. Makkelijker is
het bij het gebruik van zo'n schip in die gebieden,
waar gedurende lange perioden de wind uit één
richting waait. Het schip hoeft dan slechts met de
kop in de wind verankerd te worden.
Ruimte is er genoeg en wil men meer, dan legt men
eenvoudig een brug vanaf het schip naar een tweede.
Het boren geschiedt dan vanaf die brug tussen de
twee schepen. Er kan in zeer diep water worden ge
opereerd. Nijver wordt echter nog gedokterd aan
een oplossing voor een betere stabilisatie.
Toch zijn de manieren voor oliewinning op zee niet
uitgeput. We hebben namelijk nog de semi-submer-
sible. Dit gigantische drijvende lichaam heeft veel
weg van de eerder genoemde submersible. Alleen
rust het niet op de zeebodem, althans niet in diep
water. Bij deze methode lopen de ver onder de con
structie aangebrachte drijflichamen vol water ter sta
bilisatie. Ze steken zö ver onder het oppervlak, dat
ze ongrijpbaar zijn voor de golven. Daarnaast wordt
de stabiliteit nog verhoogd door de fles-achtige ko
lommen, die het drijflichaam met het dek verbinden.
Deze typen voldoen goed. Een nadeel is de lastige
verplaatsbaarheid, waardoor het vervoer langzaam
gaat en bovendien grote sommen geld vraagt.
Een probleem apart levert de verankering op. De
conventionele manier met zware ankers, lieren, enz.
bleek niet eenvoudig uitvoerbaar. Daarom combineert
men nu een automatische piloot met voortstuwings
systemen en schroeven met als gevolg een hoge sta
biliteit.
De verplaatsbare eilanden worden meestentijds bij
proefboringen gebruikt. Immers, de boor moet dan
op diverse plaatsen de grond in, terwijl men bij ex
ploitatie vanaf een vast platform in schuine richting
gericht kan boren.
Op het continentale plat voor onze kust komen eigen
specifieke problemen naar voren. Het wisselvallige
klimaat en de grillige zeestromingen maken het wer
ken met booreilanden in de Noordzee tot een uiterst
gecompliceerde zaak.
Het is duidelijk, dat deze hele ontwikkeling van bo
ren op zee een hele evolutie ondergaat. Een evolutie,
die nog lang niet tot staan is gebracht. En daaraan
kan terecht de conclusie worden verbonden dat
scheepswerven in het algemeen nog veel werk op dit
gebied wacht.
Ik wil ermee besluiten, dat ik voor dit verhaal putte
uit eigen gegevens en gegevens, die ik ontleende aan
het Financiële Dagblad van 7 april 1966.
M. v. V.
5