De Nijl bij avondschemering. De heer J. Haasnoot gebruikte voor deze wandversiering gewone verf van de afdeling Schilders. tuigen, oorlogsschepen en geschut. Maar bij aankomst in Engeland zeiden ze: die mag je niet aan land bren gen. Die doeken heb ik echter nooit teruggezien, zeker bang voor spionage of zo". Hij werkt zeer natuurgetrouw, te oordelen naar bij voorbeeld de muurschildering van de Egyptische zeil boten op de Nijl. Toch maakt hij niet direct een schets van wat hij ziet. Een fotografisch geheugen schijnt hem te steunen, daarop schijnt zijn schilders- aanleg gestoeld. "Inderdaad, ik kan me altijd precies herinneren hoe iets er uitziet. Misschien de hele kleine details niet, maar veel zie ik toch later weer voor me". In de landen, die hij bezocht, deed hij dus veel onder werpen op. De tempels in Cairo, evenals die in India raakten zijn fantasie. Zijn stelregel is: "Ik houd er van oude dingen te bekijken". Varen Hoewel het varen hem in het bloed zit, werkt hij tegenwoordig (al 10 jaar) aan de wal. Er klinkt niet eens zo veel spijt in zijn stem als hij uitlegt: "Ik mocht niet meer aan dek varen, omdat ik voor mijn ogen werd afgekeurd. En ach, ik zit nu haast in de zelfde branche. Bovendien: ik trouwde op late leef tijd". Het varen verdween uit zijn leven; zijn hobby bleef. ,,'s Winters schilder ik op zondag, 's Avonds niet. Het gaat moeilijk bij kunstlicht, 's Zomers doe ik het gedurende de avonden wel. Vroeger combineerde ik met het schilderen als tweede 'hobby het houden van tropische vissen. Nu doe ik aan modelbouwen. Ver der timmer en fineer ik graag. Ik moet wat te doen hebben; ik kan niet stilzitten". Hoeveel schilderijen maakt u per jaar? "Ik weet het niet zo precies. Ik schrijf ze zo veel mogelijk in een boekje. Een paar vergeet ik wel eens; ik schat de afgelopen twee jaar zo'n 200 stuks". Tegenwoordig tekent hij nogal eens portretten. Ge zichten schilderen heeft hij nog niet gedaan. "Mis schien ga ik dat nog wel eens doen", overpeinst hij. En nu waagt u zich aan bloot, constateer ik, doelend op een muurschildering van een vrouw in wording. De vrouw, met decent een doek omgeslagen, blijkt het antwoord op een uitdaging van zijn collega's die hem niet in staat achten zo iets voor elkaar te boksen. Hij heeft echter de handschoen opgenomen en werkt er aan. ,,'t Is kunst", zeggen de collega's met kenners blikken. Klodderen Over moderne kunst zegt de heer Haasnoot: "Afschu welijk, je ziet er niets in. Ik vind, dat je er juist wel iets in moet zien. Maar die lui van nu, neeNeem nu Karei Appel. Ik zie het zo, en het kan van mij verkeerd gezien zijn, maar die kloddert maar wat. Het draait om het geld. Hij zal wel door mensen met geld naar boven gedrukt zijn en die trekken er nu profijt van, volgens mij". Over zichzelf: "Nee, les heb ik nooit gehad". Hij vraagt zich evenmin af of hij met zijn werk iets wil zeggen en het waarom is er ook niet. Zijn nuchtere antwoord is, zoals gezegd, pretentieloos: "Ik doe het graag". Voor een hobby lijkt mij dat ook het enige antwoord. MvV. Ook dok 8 kreeg gestalte op de muur. 13

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1967 | | pagina 15