Ten eerste: voorlichten.
Ik geef u eerst vier trefwoorden:
De voorlichting moet zijn: 1 gemakkelijk te begrijpen;
2 overtuigend;
3 concreet;
4 realistisch.
Ik zal u deze trefwoorden duidelijk maken.
De informatie moet ten eerste gemakkelijk te begrij
pen zijn. Daar hoef ik niet veel over te zeggen. Wan
neer ik een ander iets wil mededelen, wanneer ik hem
iets wil duidelijk maken, dan moet ik geen Chinees
met hem spreken. Meestal verstaat hij dat niet. Dat
betekent: ik dien het de ander zó te vertellen, dat hij
het begrijpt, met woorden aangepast aan zijn bevat
tingsvermogen en niet te veel tegelijk en alleen wat
voor hem noodzakelijk is. Ik moet hem niet alles in
eens vertellen, maar in de juiste volgorde, die hij no
dig heeft. Dat is echter niet het belangrijkste.
Overtuigend
Belangrijker is het tweede punt: overtuigend. U hebt
het toch zeker allemaal weieens meegemaakt: Je bent
in de fabriek, je ziet dat iemand iets gevaarlijks doet,
je gaat naar hem toe en zegt:
"Hoor nu eens. Dat is toch erg gevaarlijk, wat je daar
doet. Kan je misschien niet beter je bril opzetten, of
je helm opdoen of je schoenen aantrekken, net wat
nodig is". We constateren dan, dat hij zich helemaal
niet interesseert voor wat we hem zeggen. Hij doet
niet wat we hem aanraden. Ik heb mij dikwijls afge
vraagd: waaraan ligt dat eigenlijk? Geeft hij er niet
om, dat hij een ongeval krijgt? Houdt hij van gevaar?
Ik geloof het niet. Een klein ongelukje, ach dat is
prachtig. Maar wanneer men een ongeval krijgt, kan
men er geen invloed op uitoefenen of het ongevallet-
sel zwaar of licht zal zijn. Daarom geloof ik niet, dat
de mensen graag een ongeval riskeren. Ik meen, dat
er een andere beweegreden is: De mens gelooft niet
wat wij hem vertellen. Hij zegt: het is vast niet zo ge
vaarlijk. Hij denkt alleen maar, dat het gevaarlijk is.
Dat weet ik wel beter. Ziet u: dat is de reden. Daar
om is het niet voldoende, dat ik naar hem toe ga en
zeg: wat je daar doet, is gevaarlijk. Je moet je zo en
zo beschermen; ik moet echter meer doen.
Voorbeeld
Ik zal een konkreet voorbeeld geven. Wanneer het
's zomers zo verschrikkelijk regent, dat er meer wa
ter op de autoweg komt, dan er kan afvloeien, zodat
het water 1 of 2 cm hoog op de weg staat, dan zegt
men tegen de automobilist: "Nu moet je voorzichtig
rijden en heel geleidelijk remmen, want het is dezelf
de situatie als 's winters met ijzel. "Nu, dan zal de
automobilist zeggen: Dat geloof ik nooit of te nim
mer, dat is overdreven. Natuurlijk kan je op een nat
te straat niet zo goed remmen als op een droge, maar
ijzel is heel wat anders. Naar aanleiding van dit pro
bleem heeft de bandenindustrie onderzoekingen ver
richt. De Engelse Dunlop-fabriek heeft bijvoorbeeld
een vliegveld onder water gezet en bij deze proef een
sportwagen betrokken. Deze wagen werd zo uitgerust,
dat de voetrem alleen op de voorwielen werkte en
van de voorwielen werd een kwart van de omtrek
met witte verf bestreken, zodat goed te zien was hoe
de wielen draaiden. Onder het rijden voerde de chauf
feur de snelheid op tot 100 km/uur, waarna hij opeens
krachtig remde. De voorwielen werden geblokkeerd.
Tijdens deze proef zien wij, dat het witte gedeelte
plotseling stilstaat. Maar dan wordt weer doorgereden
met een snelheid van 100 km/uur. Nu moeten de wie
len toch weer gaan draaien. Ze doen dat echter niet.
Ze blijven staan, omdat zich door het korte remmen
onder de wielen een waterplas gevormd heeft en de
auto met zijn voorwielen als het ware waterskiet. Dat
wil zeggen, de auto reageert precies als in de winter
bij ijzel. Ijs is helemaal niet glad. Op een dichtgevro
ren meer, kan men bij 40° vorst meesterlijk autorijden
net zoals op een droge beton-piste. Het ijs wordt ech
ter pas glad, wanneer het een paar graden onder nul
en vochtig is. Door de druk op h'et ijs wordt er water
uitgeperst en op deze waterfilm glijdt de auto of de
schaats.
Dus ik bedoel, dat het overtuigend is ons, indien mo
gelijk, één en ander door middel van een film of een
klankbeeld te verduidelijken en voorts niet alleen te
demonstreren, maar ook de werking van het mecha
nisme te verklaren. Het is dus niet voldoende, dat ik
hem vertel, dat het gevaarlijk is, maar ik moet, als
het mogelijk is, aantonen, dat het gevaarlijk is, expe
rimenteren en hem de natuurkundige samenstelling
verklaren. Dan begrijpt hij het. Dan behoeft hij ons
niet te geloven, maar dan kan hij het zelf constateren,
dan doorziet hij de zaak, dan valt het hem makkelij
ker.
Konkreet
Mijn derde punt: onze voorlichting moet konkreet
zijn. Wanneer ik iemand bijvoorbeeld zeg, dat hij bij
zijn werk toch vooral voorzichtig moet zijn, wat heb
ik hem dan eigenlijk verteld? Weet hij dan eigenlijk
wel, waarop hij dient te letten Weet hij wat hij doen
en laten moet? Ik moet hem meer vertellen, ik moet
het hem iets konkreter zeggen.
Ik wil u graag twee voorbeelden geven, hoe men h'et
niet moet doen.
Ik heb twee reklameplaten meegebracht, een Duitse
en een Nederlandse. Allereerst de Duitse plaat voor
16