derstellen op een eveneens in Oost-
West richting liggende railbaan van
300 meter lengte die zich Oost
waarts van de meest Oostelijke vas
te reflector uitstrekt. De breedte
van de railbaan is 20 meter; de
noordelijke en zuidelijke wielen van
de „wagens" liggen dus 20 meter
uit elkaar. Alle twaalf spiegels zijn
draaibaar om twee assen, waarvan
één naar de pool van de hemel ge
richt is. De spiegels kunnen zo
doende op alle voor ons doel van
belang zijnde delen van de hemel
gericht worden.
De twaalf reflectoren kan men nu
zodanig laten samenwerken dat zij
in beginsel een even nauwkeurig
beeld van een bepaald deel van de
hemel geven als een volledige te
lescoop met een diameter van 1,5 a
2 km. Het belangrijkste verschil is
dat de waarneming met onze rij
van losse telescopen meer tijd in
beslag neemt. Het beeld dat in het
brandvlak van een spiegeltelescoop
gevormd wordt, komt tot stand door
de samenwerking van de licht- of
radiogolven die door de verschil
lende delen van de spiegel terug
gekaatst en in dit brandvlak vere
nigd worden.
Laten we ons nu het oppervlak van
de hypothetische spiegel van 1.5 km
verdeeld denken in afzonderlijke
stukjes die elk een diameter van
ongeveer 25 meter hebben. Het is
voor de waarneming niet noodza
kelijk dat deze stukjes alle op een
paraboloïde liggen, zoals dit bij de
hypothetische spiegel het geval is.
We kunnen de spiegel-elementen
even goed op een plat vlak plaat
sen, mits we door 't kiezen van ge
schikte lengten voor de kabels die
de op ieder stukje opgevangen ra
diosignalen naar de centrale ont-
vang-installatie (die de rol van het
brandvlak bij de gewone telescoop
overneemt) overbrengen, zorgen dat
de looptijden vanaf de afzonderlij
ke reflectoren naar dit centrale
punt gelijk worden aan die welke
we zouden hebben bij een parabo-
loïdische reflector. Op deze wijze
zou men een reflector van 1.5 km
kunnen nabootsen door een cirkel
vormig veld met een diameter van
1.5 km vol te zetten met afzonder
lijke reflectoren van 25 meter. In de
praktijk is dit echter niet goed uit
voerbaar, voornamelijk wegens de
enorme spiegels en de veel te gro
te ingewikkeldheid van de beno
digde electronica. In beginsel kan
men hetzelfde bereiken door niet
het hele veld van 1.5 km, maar
slechts twee loodrecht op elkaar
staande stroken vol te zetten met
spiegels. Het oorspronkelijke ont
werp voor de grote radiotelescoop
beoogde zo'n kruisvormige opstel
ling van een groot aantal afzonder
lijke telescopen te verwezenlijken.
Het plan was om dit in samenwer
king te doen met België. Het pro
ject droeg daarom aanvankelijk de
naam „Benelux Kruis Antenne Pro
ject". Om verschillende redenen,
waarvan de voornaamste de tóch
nog te grote ingewikkeldheid was,
is de opzet tenslotte enigszins an
ders geworden; het principe, n.l.
om door een samenstel van afzon
derlijke reflectoren een heel grote
reflector na te bootsen, is echter
gelijk gebleven. Zoals hij nu ge
bouwd wordt, krijgt de telescoop
slechts twee van de vier armen van
het kruis, n.l. de oost-west armen;
de noord-zuid armen zijn vervallen.
De waarnemingen in deze tweede
richting, die onmisbaar zijn voor
een goede afbeelding, krijgen we
eenvoudig door een tijd te wachten.
In zes uur draait de hemel een
kwart slag ten opzichte van de Aar
de; in die tijd draait ook de pro
jectie van onze oost-west rij op de
waargenomen hemelstreek over 90°.
Combineren we nu de zes uur later
verrichte waarnemingen met de oor
spronkelijke, dan hebben we in
principe alle gegevens die we in het
eerste plan met het „kruis" gekre
gen zouden hebben. Het verschil is
dat we met onze enkele oost-west
rij de waarnemingen over een lange
tijd moeten uitstrekken. Voor de
waarneming van een bepaald ob
ject of een bepaald veld aan de
hemel worden alle twaalf telesco
pen op dat veld gericht zodra het
in het Oosten flink boven de hori
zon staat (ongeveer zes uur vóór
het door het Zuiden gaat). De te
lescopen „volgen" dit veld dan
twaalf uur lang, tot het in het Wes
ten gaat verdwijnen. Gedurende
die hele tijd wordt voortdurend de
door elk der beide verrijdbare te
lescopen opgevangen straling ge
combineerd met de straling die in
ieder der tien „vaste" telescopen
binnenkomt en worden deze gege
vens opgezameld door een cen
trale rekenmachine, die ze achteraf
tot een beeld samenstelt of „syn
thetiseert". De telescoop in Wes-
terbork wordt daarom „Synthese
Radio Telescoop" genoemd.
Het denkbeeld van zo'n synthese is
het eerst opgekomen in Cambridge,
Engeland, waar Ryle en zijn mede
werkers thans een uit drie verrijd
bare reflectoren bestaande synthe
setelescoop in geregeld gebruik
hebben. (wordt vervolgd)
NIEUWE LUCHTFOTO VAN WILTON-FIJENOORD
De op de volgende twee pagina's staande lucht
foto is genomen op zaterdag 10 juni 1967 en deze
geeft een goede indruk van de aktiviteiten van
onze werf in Schiedam.
Deze foto betekent tevens een mijlpaal in de ge
schiedenis van Wilton-Fijenoord; op die bewuste
dag lag er namelijk meer dan een half miljoen
dwt scheepsruimte aan onze werf in reparatie.
Hier komt nog bij de tonnage van de in aanbouw
zijnde schepen van de Afdeling Nieuwbouw.
Indien wij bedenken, dat een in de oorlog ge
bouwd liberty schip een tonnage heeft van on
geveer 10.500 dwt vinden wij het wel de moeite
waard hier even bij stil te staan en ons te reali
seren, welke toename in de grootte van schepen
heeft plaatsgehad, een ontwikkeling die Wilton-
Fijenoord op de voet heeft kunnen volgen, onder
andere door modernisering van kaden en de bouw
van Dok 8. Op pagina 12, een schets van de werf,
hebben wij de namen der sohepen vermeld.
9