De laatste hand wordt gelegd aan de nieuwe ladder.
gen, want eind juli zijn we weer
terug. De concurrentie slaapt
niet". Hij geeft een betekenis
volle knipoog, zo van: heb je
hem door?
Scheepsbouwloods
Ik wandel naar de Scheepsbouw
loods. De heer Röell heeft me
verteld hoe en waar de ladder
vervaardigd is. Hij is er enthou
siast over. Even een kijkje denk
ik. De aftekenaar/ijzerwerker, de
heer Hollaardt (22), maakt me
wat wijzer. De nieuwe ladder is
namelijk voor een belangrijk
deel tot stand gekomen door het
werk van nog jonge WF-ers, die
enkele jaren geleden aan onze
Bedrijfsschool hun Bemetel-di-
ploma verwierven. En van dit
diploma hebben ze bij dit werk
echt profijt gehad.
Hij meent: „Als ik dat diploma
niet had gehaald, zou ik dit werk
niet hebben gekregen". Hij is
kennelijk in zijn sas met het feit,
dat het nu wel is gebeurd. Hij
vertelt met animo over het
ploegje van de heren Van Pelt
(„dat was een oudere"), Bon-
ninga (21) en De Koning (20).
„We hebben fijn gewerkt onder
voorman Fransen. We hebben
de ladder op de vloer van de
schilderswerkplaats uitgetekend.
De tussenmaten ontbraken. Wel
moeilijk. Het was een heel kar
wei. Ook maakten we de mallen
en latten voor de hele troep met
hetzelfde ploegje en nog een
paar andere mensen. We heb
ben de platen afgeschreven. Die
moesten toen naar de brander,
soms naar de hakker en af en
toe naar de pers, waarna enige
delen werden samengevoegd.
De ladder bestond uit een bak
boord- en een stuurboord-deel.
Op het achterste deel werd een
fundatie voor de tandwielkast
gemaakt. In de oude ketelmakerij
is alles tot één stuk samenge-
bouwd".
Fijn
Hij heeft het naar zijn zin hier in
Rotterdam, dat merk je aan het
vuur, waarmee hij spreekt. „Het
was fijn met zo'n ploegje te wer
ken, dan weet je tenminste ge
durende de hele periode wat er
aan de hand is. Het gaat ook
goed, omdat je nu niet telkens
het werk hoeft over te geven aan
anderen, want dan zou je iedere
keer weer moeten uitleggen,
wat er gedaan moet worden".
En over de Rotterdamse werf:
„Leuk, zo'n kleine gemeenschap.
Je kent iedereen. Je hoeft niet
te zoeken als je naar iemand
toe wilt".
Zo heeft de verjongde Queen"
een deel van haar jeugdig uiter
lijk te danken aan het werk
van de jonge WF-mannen. De
„Queen" windt deze kerels ge
woon met haar charme om haar
(spud-)vingers MvV
9