gen in het diepe komen er weer angstgevoelens om het hoekje kijken. Dat vraagt dus een rus tige aanpak en: vooral niet for ceren. Het gekke is, dat als daar bijvoorbeeld een jongen zou zwemmen, die het echt wel goed zou doen, dan moet je deson danks iets tegen hem roepen. Bijvoorbeeld: hé, jij daar-., be ter je benen sluiten. Ja goed zo...! Dan weet hij dat er op hem gelet wordt. Zou je niets zeggen en je van hem afdraaien, dan zou hij waarschijnlijk geen slag verder zwemmen. Ze moe ten aandacht voelen. Ik doe het al zeven jaar, zo les geven. We hebben indertijd een cursus ge volgd bij badmeester Garnaat. Er komt als het ware een beetje psychologie aan te pas. 't Is leuk!" Dan als klapstuk is er de laatste fase: het springen van de „hoge". De kinderen zijn op dat moment rijp voor het eerste diploma. Ze gaan dan weldra over naar de „dinsdag". „Op zaterdag kunnen we onge veer 60 leerlingetjes hebben. Dan is het leuk werken". Zijn ogen „grazen" het bad af, hij heeft ze kennelijk niet in zijn zak. Dat gaat ook moeilijk als je alleen een zwembroekje draagt. „Ja, vooruit, jij daarzwem men Zijn stem schalt door de reson- nerende ruimte. En veel zachter zegt hij tegen mij: „Die daar, die drijft goed uit. Ze mag allang zonder plankje in de handen. Ze durft nog niet, maar moet je zien hoe'n mooie beenslag ze al heeft. En die daar. Die doet het nu leuk. Vorige week was ze nog maar wat aan het lummelen". Hij kent ze stuk voor stuk, weet de zwakke plekjes en tracht ze bij te schaven. „Hoe lang het duurt eer ze zwemmen kunnen? 't Ligt er aan. De één kan het in een klein jaar, de ander heeft er weer VA jaar voor nodig, soms zelfs twee". „De kinderen zijn wat trots op hun prestaties", hoor ik van de Belangstelling van ouders - foto Jan Hersbach. heer J. H. B. Sudhues van het Nieuwbouw-Archief. Hij zit 's za terdags trouw op het terras in gezelschap van nog meer ouders en slaat aandachtig de verrich tingen van de kinderen gade- „Mijn dochtertje zwemt in het groepje, dat al van de lage plank af mag. Mijn andere dochter leerde hier ook zwemmen, maar zij zit nu bij de dinsdag-groep. De kinderen worden fantastisch opgevangen, hartstikke goed, ik neem mijn petje af voor de be geleiders, eerlijk. Ze doen het voor hun plezier en ze doen het nog leuk ook". Staan de meeste ouders er zo tegenover? „Voor zover ik kan beoordelen wel. Naast alle lof hoor je echter wel eens kritiek, op één punt slechts. Welke kri tische noot? Wel, dat het lang duurt eer de kinderen zwemmen kunnen. Misschien zit er wat in, maar ik vind, dat er tegenover staat, dat het les geven niet ge forceerd gaat en het gaat ook pertinent niet fabrieksmatig. Dat is veel aantrekkelijker voor de kinderen. Bij andere systemen van het leren zwemmen, zie je die bezwaren soms en dat slaat terug op de animo van de kin deren. Nu moet ik zeggen: m'n ene dochtertje wilde niet zo graag. Twee keer hebben we ze van les af willen halen, maar na nog wat overlegd te hebben met de heer Van Schijndel, hebben we toch doorgezet. Nu gaat ze graag". Hij lacht en voegt er schertsend aan toe: „Tegenwoordig roept ze, ha fijn, morgen is het weer zaterdag. En als trotse vader denk je dan gestreeld: die is blij dat ik vrij ben. Nee, hoor, hele maal mis. Meteen wordt er aan vast gekoppeld: mooi, dan kan je fijn mee naar het zwem men Met plezier wordt er geplonsd en geploeterd. Een klein meisje - nog een peuter - springt voor het eerst in een wat dieper ge deelte. Ze begint stilletjes te snikken en wordt in feite nog natter van de tuiten, die haar tranen veroorzaken. De heer Van Schijndel heeft het in de gaten en roept haar bij. zich. Kom jij eens hier. Wat is er!" „Ik heb zo'n oorpijn..." „Ga er dan maar hier in". Ze springt in het ondiepe gedeelte begeleid door de hand van de instructeur. Ze voelt zich weer veilig. Het gezichtje wordt op nieuw nat, nu niet van tranen, het klinkt tegenstrijdig, maar die worden gedroogd door het lok kende water. Het kinderleed smelt als sneeuw voor de zon. „Ach, wanneer ze geschrokken zijn of bang worden, zeggen ze altijd buik- of oorpijn te hebben. Geef ze dan wat aandacht en laat ze even in het ondiepe be tijen. Ze zijn dan in een oog wenk alles vergeten". En al helemaal in zwemtermen denk ik: tja, je moet er een vrije- schoolslag van hebben om zwemles te kunnen geven MvV 31

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1968 | | pagina 33