Wat wij ermee
te maken
hebben
In een vorig artikeltje over de
CAO is gewezen op het verband
tussen productiviteit en verbete
ring van de arbeidsvoorwaarden.
Het is bekend dat loon en sala
ristrekkers weinig interesse heb
ben voor de toename van de
productiviteit. De veronderstel
ling wordt nogal eens geuit dat
productiviteit onverbrekelijk ver
bonden is met „harder" werken,
en dat de voordelen welke aldus
verkregen worden uitsluitend
ten goede komen aan diegenen,
die niet direct deel hebben
aan het productie-proces. Wat is
daar nu van waar?
„Harder werken?"
Als een man, werkend in een
normaal tempo, en de gehele
werktijd benuttend, een werk
stuk maakt in 10 uur, dan slaagt
hij er wellicht in het nog eens te
doen in 9V2 uur. Hij bereikt dan
een redelijke tijdwinst, maar
werkt in een geforceerd tempo.
Dat lukt wel een keer, misschien
zelfs twee keer, maar niemand
kan dit voortdurend doen zon
der schade aan zijn gezondheid.
Daarom is het opvoeren van de
productiviteit op deze wijze ver
werpelijk en op den duur niet
mogelijk, zoals trouwens geble
ken is. Met harder werken in de
zin van „jakkeren" komen wij er
niet.
Een normale arbeidsprestatie.
Hieronder dient verstaan te wor
den een normaal arbeidstempo,
met benutting van de gehele ar
beidstijd. Een goede tijdsbeste
ding is een eerste eis om te ko
men tot verbetering van de pro
ductiviteit.
Maar wat is nu een normaal ar
beidstempo? In het algemeen
kan men zeggen dat iedere man
werkt in een eigen tempo, dat
bepaald wordt door de wil om
het werk te voltooien. Dit willen
is meer of minder sterk naarma
te de overtuiging van de nood
zaak, het werk sneller uit te voe
ren, meer of minder sterk is. Dit
artikel is een poging u te over
tuigen van het belang dat wij al
len hebben bij het snel uitvoe
ren van opdrachten, door een
goede tijdsbesteding, een rede
lijke prestatie én door beter te
werken.
„Beter werken!"
Wij kunnen beter werken door
gezamenlijk na te gaan of
b.v. aan de werkmethode nog
iets verbeterd kan worden. Kan
het eenvoudiger? Zijn de ge
reedschappen goed, of zijn er
betere? Een belangrijke vraag is
of gereedschap en materiaal op
de juiste plaats zijn, en vooral of
het op de juiste tijd aanwezig
is. Is er tijdig gezorgd voor
transportmogelijkheden, zodat
er geen nodeloze wachttijd ont
staat? Het is duidelijk, dat op
voering van de productiviteit
vooral een goed samenspel
vraagt en een zich steeds weer
opnieuw bezinnen op de vraag,
hoe een beter resultaat te ver
krijgen is in minder arbeidsuren.
Het deel dat ons toekomt.
Waar blijven de voordelen, die
hieruit ontstaan? We vinden het
terug in loonsverhogingen, ver
beteringen van arbeidsvoorwaar
den en betere sociale voorzie
ningen. Het is echter bekend dat
loonsverhogingen voor een zeer
groot deel teloor gaan door
prijsverhogingen, de vraag is
dus of het deel dat de loon- en
salaristrekkenden ontvangen
werkelijk groter wordt.
Laten we eens nagaan wat de
voorgaande jaren ons te zien
geven. Door in de bedrijven ma
teriaal te bewerken en te ver
werken hebben wij de waarde
hiervan verhoogd. We hebben er
waarde aan toegevoegd, n.l. ar
beid. Deze waarde-vermeerde-
ring noemen we toegevoegde
waarde.
Stellen wij nu voor alle bedrijven
in Nederland voor het jaar 1958
de toegevoegde waarde op
100%, dan is dit voor 1967
220%. Dit betekent dat de koek
die wij gezamenlijk in Nederland
bakken, aanzienlijk groter is ge
worden. Hoe staat het nu met
het deel van de koek dat aan de
loon- en salaris-trekkenden
wordt toebedeeld? In 1958 was
dit, inclusief de sociale lasten,
53.8%. Voor 1967 blijkt het
61.4% te zijn. We krijgen dus
nu een groter deel van een gro
tere koek!
Productiviteit, vooral onze
zaak.
De mening dat opvoering van de
productiviteit uitsluitend „har
der" werken betekent en dat de
loon- en salaris-trekkers hiervan
geen profijt hebben, is nu wel
voldoende weerlegd. Uit het
voorgaande blijkt, dat er een di
rect verband is tussen producti
viteit en verbetering van lonen
en andere arbeidsvoorwaarden.
Als wij met elkaar iets aan de
verhoging van de productiviteit
willen doen dan moeten we het
gesprek op gang brengen. Het
is i.v.m. veranderingen van de
interne organisatie niet mogelijk
hiervoor nieuwe lichamen te
creëren, zodra dit mogelijk is
zullen we dit aanpakken. Voor
lopig zullen de bestaande
Groepscommissies de producti
viteit een plaats op de agenda
moeten geven.
Wij dienen daarbij te bedenken,
dat we gezamenlijk tot een zo
goed mogelijk resultaat moeten
komen, dat al datgene dat ge
passeerd is, aan werkzaamhe
den kan dienen tot lering en dat
niemand gebaat is met nakaar
ten om de „schuld" vast te stel
len als het eens verkeerd uitge
komen is. Wees er van overtuigd
dat niemand zoveel belang heeft
bij het opvoeren van de produc
tiviteit als de werknemers zelf,
en laten we niet doen alsof het
ons niet aangaat.
Uw vertrouwensanalyst,
F. A. Jung
5