De heer B. Wilton overhandigt mevrouw M. P. E. Blom-
mers een geschenk.
naam "Mammoet", omdat de bok in de toekomst
geschikt zal zijn voor de behandeling van de
grootste schepen. Hij krijgt een hefvermogen van
200 ton en kan zich zelf in de werfhaven voort
stuwen. Rekening is gehouden met de steeds toe
nemende schaalvergroting in de scheepvaart.
Na de ceremonie zocht het uitgebreide gezel
schap de warmte van de kantine Kop Haven op,
waar een gezellige receptie plaatsvond. De heer
Wilton heette de aanwezigen hartelijk welkom.
De nieuwe bok noemde hij een stuk nieuw ge
reedschap voor het bedrijf. Ook wees hij op het
verschil in hefvermogen tussen de 60 jaar oude
bok "Titan" (100 ton) en de nieuwe bok (200 ton).
Over het verrichten van de doop zei hij: "Het is
een traditionele handeling, die vandaag toch nog
meer betekenis heeft". Hij doelde daarmee op het
feit, dat de bok door en voor de WF-gemeenschap
is gereedgekomen en dat daarbij ook het "thuis-
Ook de Harmonie was paraat.
front" (lees: vrouw en kinderen) betrokken is.
Hij groef zeer diep in de historie om aan te tonen,
dat het dopen van een schip echt geen nieuwtje
uit onze eeuw is. Reeds de Phoeniciërs lieten hun
echtgenotes hun schepen dopen om de goden
gunstig te stemmen. Dat deden zij, omdat de vrou
wen zelf niet op zee kwamen. Een soort handig
heidje. De mannen gingen wel de zee op, maar
dat mocht eigenlijk niet van de goden. De men
sen hoorden toen op het land thuis, de vissen in
de zee en de vogels in de lucht".
Over de fles champagne, die men bij de doop
gebruikt zei hij: "Vroeger zat deze niet aan een
draad bevestigd. Men gooide haar zo uit de hand
tegen de boeg. Maar eens heeft een nerveuze
doopster in Engeland een eerbiedwaardig admi-
raalshoofd geraakt met de fles. Sindsdien wordt
er niet meer met losse flessen gegooid".
Serieus werd de heer Wilton, toen hij sprak over
Felicitaties voor mevrouw Blommers.
5