„PAZARGAD" met vele
paardekrachten naar
dok 8 verhaald
„Wij gaan aan bakboord vóór
en de „Roentgen" aan stuur
boord. Hebben de „Bartel Wil
ton" en de „Company" het ook
gehoord? We gaan achteruit
naar de werf
Rustig legt kapitein Vet van de
„Drydock" de hoorn van de ma
rifoon neer. „Zo, dan hoeven we
bij onze eigen werf niet meer te
draaien".
Als bijen zwermen op 29 okto
ber j.l. de WF-slepers in een
drachtige samenwerking met
drie RDM-„collega's" rond de
bij de RDM liggende „Pazargad",
het opslagschip voor ruwe olie,
waarvan de door de beide wer
ven gebouwde delen in Rotter
dam aaneen gezet zijn. De sle
pers zullen het reusachtige ge
vaarte met een draagvermogen
van 150.000 ton, een lengte van
154 meter, een breedte van 45
meter en een hoogte van 26 me
ter naar Schiedam brengen voor
indokking in ons dok 8, waar
het onderwatergedeelte tussen
het RDM- en WF-deel gelast zal
worden. De trekkracht van de
boten vertegenwoordigt een ont
stellend groot aantal paarde-
krachten.
Het meebeleven van dit karwei
op een deelnemende sleepboot
leert: een uitstekende communi
catie is bij dit werk onontbeer
lijk, terwijl de sleepbootkapi
teins en bemanningsleden per
boot en bij een dergelijke „job"
onderling volkomen op elkaar
moeten zijn ingespeeld. Wat
het eerste aangaat: de mogelijk
heden daartoe zijn er aan boord
in de vorm van een hypermo
derne uitrusting. Trouwens wat
moderne snufjes betreft zijn de
slepers helemaal om te „likke
baarden". Het tweede punt - het
teamwerk - bleek evenmin te
ontbreken.
Uit een microfoon springt plot
seling helder het stemgeluid van
de heer Teerling het stuurhuis
binnen.
„Zeg Jan, om 1.15 uur is de deur
van dok 8 open. Geef je dat daar
even bij de RDM door, zodat jul
lie omstreeks 12.15 uur of 12.30
De „Pazargad" aan de kade.
PAzargad
1