moeid van 150 miljoen.
Uitvoerig wordt in het rapport
aandacht besteed aan de markt
voor een nieuwe Nederlandse
reparatiewerf. Men is tot de con
clusie gekomen dat alle grote
tankers die de havens aanlopen
van het noord-westelijk deel van
het Europese vasteland (gere
kend vanaf de Franse haven
Brest), plus een deel van de
grote tankers die havens in het
Verenigd Koninkrijk bedienen in
aanmerking komen om van een
Nederlands dok gebruik te ma
ken. Men denkt hierbij behalve
aan tankers tevens aan bulkcar
riers groter dan 160.000 tdw. en
grote containerschepen.
Concurrentie
De enige bestaande concurrent
van een Nederlandse reparatie-
werf voor deze z.g. „mammoet
schepen" vormt de Portugese
werf Lisnave, aldus het rapport.
Deze werf beschikt over een dok
voor schepen tot 300.000 tdw.,
terwijl er een tweede dok voor
schepen tot 750.000 tdw. in aan
bouw is. Daarnaast bestaan er
in verschillende landen plannen
voor de bouw van grote dokken
(o.a. in Spanje en Duitsland).
Evenals Lisnave zullen deze toe
komstige grote reparatiewerven
voor zover bekend echter afhan
kelijk zijn van tankercleaning op
zee. Daarom is een moderne
tankercleaninginstallatie voor
een Nederlandse werf zo be
langrijk. Een dergelijke installa
tie zal de concurrentiepositie
aanzienlijk versterken.
Volgens een voorzichtige raming
zouden in 1973 al 46 en in 1980
ruim 80 tankers en andere grote
schepen werkelijk gebruik ma
ken van Nederlandse reparatie
faciliteiten. De markt voor tan
kercleaning is veel omvangrijker.
Van een moderne installatie op
een Nederlandse werf zouden in
1973 een kleine 100 en in 1980
ruim 150 tankers groter dan
160.000 tdw. gebruik maken.
Twee dokken
Het grote dok dat op de werf
van Verolme op Rozenburg in
aanbouw is, komt in het rapport
eveneens ter sprake. Volgens de
rapporteurs is de ligging van dit
dok niet ideaal. Er zijn slechts
beperkte uitbreidingsmogelijk
heden, terwijl er maar net vol
doende ruimte is om met de
grote schepen te manoeuvreren.
De ligging van het terrein is van
dien aard, dat afmeren van
schepen „met de kop in de
heersende wind" maar gedeelte
lijk mogelijk is. Voorts wijzen zij
o.a. op de aanvoerroute via de
drukke Nieuwe Waterweg het
geen problemen schept en het
tijdverlies dat de mammoetsche
pen op weg naar het Botlekge-
bied oplopen. Niettemin achten
de rapporteurs dit dok wel ge
schikt voor het uitvoeren van
langdurige reparaties.
De rapporteurs verwachten dat
de gemiddelde tijd voor perio
diek onderhoud en routine-repa
raties die in dok moeten gebeu
ren ongeveer zeven dagen be
draagt, ervan uitgaande dat er
in een drieploegensysteem wordt
gewerkt. Rekening houdend met
een speling van één tot twee da
gen tussen twee opeenvolgende
dokkingen (deze tijden kunnen
worden benut voor onderhoud
aan het dok) is de werkelijke ca
paciteit van een dok op de
Maasvlakte te stellen op 35 40
dokkingen per jaar. De rappor
teurs voorspellen dat een gun
stig gelegen „mammoetdok" in
1975 reeds de maximum capaci
teit zal bereiken.
Werknemers
Ten aanzien van de werknemers
van de nieuwe reparatiewerf
merkt het rapport op, dat de
werf in het eerste bedrijfsjaar
aan 1100 en tegen 1980 aan 1250
mensen werk zal verschaffen,
kantoorpersoneel niet meege
rekend. Men verwacht dat het
merendeel van deze werkkrach
ten afkomstig zal zijn van de
bestaande werven in het haven
gebied van Rotterdam, die door
de toeneming van het aantal
grote schepen geleidelijk minder
conventionele schepen zullen
gaan repareren.
Voor de werkkrachten die van
buiten Rotterdam zullen moeten
worden aangetrokken, zullen ten
aanzien van de woongelegen
heid in de omgeving van de werf
voorzieningen moeten worden
getroffen.
Nieuwe wooncentra dienen zo
danig te zijn gelegen, dat men
niet verder dan 45 minuten reis
tijd van zijn werk woont. Be
drijfsleven en overheid zullen
hierbij volgens het rapport nauw
moeten samenwerken, terwijl
het waarschijnlijk is dat finan
ciële steun door de overheid in
de nieuwe voorzieningen een
vereiste is.
Concentratie montage
activiteiten
De Raad van Bestuur van de
RIJN-SCHELDE machinefabrie
ken en scheepswerven n.v. deelt
mede, dat is besloten de mon-
tageaktiviteiten binnen de groep
op het gebied van ketels, appa
raten en konstruktiewerken per
15 februari 1970 te bundelen in
de naamloze vennootschap
RIJN-SCHELDE montage bedrijf
n.v. gevestigd te Vlissingen
Vooralsnog worden binnen deze
vennootschap de werkzaamhe
den ondergebracht welke voor
heen werden verricht door
Schelde montage bedrijf n.v. en
de montage-afdeling „ketels en
apparaten" van de machinefa
briek „Breda" voorheen Backer
en Rueb.
Door deze concentratie wordt
12