Officiële
mededelingen
Drijvende kraan
„Mammoet"
hefvermogen 200 ton
Dat is vandaag beter". En over
de bouw van de „Mammoet":
„Dit is een voorbeeld van wat er
in goed team-verband kan wor
den bereikt. Ik denk daarbij aan
iedereen: de mensen van het
projectbureau, de tekenkamers,
chefs, bazen, voorlieden en
handarbeiders. Alle medewer
kers hebben hun aandeel in de
totstandkoming gehad.
Mijn dank geldt ook de mensen
van Demag en Bureau Veritas,
alsmede De Hoop en Siemens.
Tenslotte droeg de heer Meeu-
wisse het certificaat van Bureau
Veritas over aan de heer Keet
baas, waarna de „Mammoet" in
werking werd gesteld. Er werd
een 55 ton zware ,De-Salter'
(ontziltingsvat) aan boord van
de „Pazargad" gehesen, terwijl
aan dek nog twee ketels ston
den.
Onder de talrijke aanwezigen
bevonden zich veel vooraan
staande functionarissen, onder
wie de heer ir. L. van der Tas
(directie-lid RDM), de heer J. C.
Melcherts (Hoofd Afd. Reparatie
RDM), de heer P. J. Hupkes
(Hoofd Afdeling Reparatie KMS),
de heer R. ten Harkei (Inspec
teur Havenarbeidsinspectie),
Oberingenieur Kuns (Demag) en
de heer J. P. Oorver (Bureau
Veritas).
Hieronder volgen de technische
gegevens van de drijvende
kraan:
De diesel-electrisch gedreven drij
vende kraan „Mammoet", die voor
het werfbedrijf zal worden aange
wend, kan lasten van 200 ton hijsen
om verplaatsing van geschikte delen
uit schepen van elke tonnage zo
doelmatig mogelijk te doen geschie
den.
In verband met de toenemende af
metingen van de schepen, vooral
wat betreft breedte en hoogte, is de
keus gevallen op een drijvende
kraan met een hijshoogte van 50
m boven de waterspiegel. De hoofd
hijs bestaat uit 2 hijsblokken van elk
100 ton. De hulphijs uit een hijsblok
van 25 ton.
Een last van 200 ton kan met een
sprei van 18 meter, gemeten vanuit
de voorkant ponton, gehesen wor
den, terwijl voor een last van 135
ton een sprei van 26,5 meter bereikt
kan worden. Voor de hulphijs van
25 ton bedraagt de maximale sprei
28,5 meter.
De last zal zich tijdens het spreiden
horizontaal verplaatsen. Als bijzon
derheid dient ook nog te worden
vermeld, dat het bovengedeelte van
de kraanconstructie geheel om een
scharnierpunt kan draaien, zodat de
kraan in de zogenaamde kruipstand
met een doorvaarthoogte van 44 me
ter onder een brug kan passeren.
Hierdoor kan de „Mammoet" Euro
poort ook via het Hartel Kanaal be
reiken.
De hoofdafmetingen van de ponton
zijn: 23.4 x 34.5 meter, de holte is
4.7 meter.
Teneinde de kraandrijver een zo
goed mogelijk zicht op zijn werk te
geven, is het kraandrijvershuis
35 m boven pontondek geprojec
teerd.
Op dit dek bevinden zich 4 verhaal-
lieren, 2 ankerlieren en een gecom
bineerde anker-verhaallier. De 4 ver-
haallieren kunnen zowel aan dek als
vanuit de kraancabine bestuurd
worden. De voortstuwing geschiedt
door twee „Schottel" voortstuwers,
aangedreven door electromotoren,
waardoor de kraan zichzelf in de WF
haven kan verplaatsen. Het stuur
huis ligt boven het lierdekhuis. De
krachtinstallatie in de machinekamer
bestaat uit twee volkomen onafhan
kelijke dieselgeneratorsets, waarvan
één eenheid geheel als reserve ter
beschikking staat.
Daarnaast staat ter beschikking een
havendiesel voor de voeding van het
lichtnet, ventilatie, sanitair, diverse
pompen, enz., zodat ook op die
plaatsen waar geen walaansluiting
aanwezig is, het hulpbedrijf gevoed
kan worden.
Voor het ontwerpen van deze mo
derne drijvende kraan is een studie
gemaakt van de te verwachten ont
wikkelingen in de internationale zee
scheepvaart in de eerstvolgende 10
a 15 jaren. Ponton en machineka
mer-uitrusting is door Wilton-
Fijenoord ontworpen. De kraancon
structie is vervaardigd door Wilton-
Fijenoord volgens ontwerp en teke
ningen van DEMAG A.G., Duisburg,
Duitsland.
Betreft: T.W.A.
Met ingang van 26 januari 1970
is de heer
H. A. Roothaan
benoemd tot sous-chef van de
Technisch Wetenschappelijke
Afdeling.
Opgemerkt zij, dat de T.W.A. als
zelfstandige afdeling onder lei
ding van de heer H.van der Vorm
rechtstreeks onder de directie
ressorteert.
Mede in aansluiting op de he
denmorgen gehouden informele
bijeenkomst van de Onderne
mingsraad delen wij u het vol
gende mede.
Het personeel kan er op reke
nen, dat over het jaar 1969 een
uitkering zal worden gedaan.
De hoogte van deze uitkering zal
uiteraard afhankelijk zijn van de
jaarresultaten.
Deze resultaten zullen - zoals
gebruikelijk - gereed zijn in de
loop van de tweede helft van de
maand april, zodat de uitbeta
ling van de uitkering midden mei
zal plaatsvinden.
Schiedam, 12 februari 1970
De Directie.