Eerste kraanrijdster kan 't wel wennen op de werf Mej. J. M. de Lijster: „WF valt op door sociaal beleid" de kantine. Er wordt gezellig geklaverjast". Terugkomend op het werk zegt zij dit boeiend te vinden. ,,lk werk nog onder toezicht van een instructeur. Op dit moment zou ik de verantwoording nog niet alleen willen nemen. Het is goed op de binnenkranen te be ginnen. Buiten lijkt me veel moeilijker. Iedere keer weer an dere schepen behandelen. Door die ongelijke opbouw op die schepen moet je als kraanrijder aan zwaardere normen voldoen. In de toekomst zou ik het liefst naar zo'n kraan willen. Je ziet dan meer wat er op de werf gebeurt. Dat dokken van de schepen enz, dat is toch fasci nerend. Maar binnen ook wel. Als ik een momentje niets te doen heb, kijk ik m'n ogen uit, echt. Wat de mensen beneden allemaal presteren, is werkelijk knap. Je begrijpt niet, dat er soms op werkmensen wordt neergekeken. Onzin. Wat die met hun handen kunnen Haast ongelooflijk, soms!" Tot de techniek heeft zij zich eigenlijk altijd aangetrokken ge voeld. „Nee, dit werk kan geen sleur worden, beslist niet. Je draagt tenslotte de verantwoording voor duur materiaal en bovenal voor de mensen, die onder de kraan werken. De bediening zal over een poosje wel routine worden. Dat wel. Maar het werk blijft gevarieerd, omdat de ene situatie volkomen van de andere verschilt. Dat betekent iedere keer iets anders. Zo iets kan on mogelijk vervelend worden". In een gesprek met onze eerste kraanrijdster, mejuffrouw J. M. de Lijster (43), valt herhaalde lijk het woord verantwoording. Seintjes „Hoe meer verantwoording ik kan dragen des te liever het me is. En als ik bezig ben op de kraan, ben ik me er echt van bewust, dat er duur materiaal onder me hangt. Ook moet je aan de mensen denken. Daar beneden geven ze me bij het manoeuvreren seintjes door middel van handgebaren. Die komen door die zwarte, vette handschoenen niet altijd duide lijk over. Dat kan gevaarlijk zijn". Haar oplossing van dit probleem is nogal laconiek. „Ik laat de last net zo lang aan de kraan bungelen tot de mannen hun handschoenen hebben uitge trokken. Daarna werken we ver der. Ze weten al hoe ik er te genover sta". Heeft de intrede van een vrouw in een mannen-gemeenschap als een scheepswerf toch is, nog speciale knelpunten gegeven? „Nauwelijks. Waarom ook? Ik heb tien jaar lang een leiding gevende functie bekleed in een schoonmaakbedrijf. Je werkt er met mannen en vrouwen. Daar ontstonden evenmin moeilijkhe den. Natuurlijk, de eerste dag was hier vreemd: wennen van weerszijden, dat is normaal. Ze stonden toen maar naar boven te turen". Snoepje Ook dit begrijpelijke verschijn sel ving zij met een zeker laco niek élan op. „Zo nu en dan heb ik eens vriendelijk gewuifd of een snoepje naar beneden ge gooid. En nu is er pas weer een nieuwe kraanrijdster bijgeko men - de vijfde geloof ik. Vrijwel niemand heeft meer gekeken. De nieuwigheid is er af; het be gint nu een vanzelfsprekende zaak te worden, dat ook vrou wen dit werk kunnen leren. Na tuurlijk scheelt het wel waar je werkt. Vooral de afdeling Appa ratenbouw wil ik een compli mentje maken. Ik ben daar fan tastisch ontvangen". Zij voelt zich al helemaal door de collega's opgenomen. „Tus sen de middag hebben we on der schafttijd een kaartclubje in Mej. De Lijster op haar kraan. 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1970 | | pagina 3