G. A. Schaap al veertig maal donor geweest GOUDEN SPELD ALS BELONING N. van den Houten Buitenbankwerkers A. Jansens Metselaars A. de Jong Buitenbankwerkers J. Leendertse Branders P. de Nooyer IJzerwerkers H. Sluimer IJzerwerkers H. F. van der Velden IJzerwerkers C. A. Verhoev Kokers P. H. Wesdorp Lassers J. Wolvekamp Fitters Aangesteld tot voorman in groep B per 1 juli 1970 Afdeling NIEUWBOUW G. J. Ouwerling Lassers J. Schot Bankwerkers A. Viveen IJzerwerkers M. L. van Woerden IJzerwerkers Afdeling REPARATIE H. A. Benner IJzerwerkers J. den Broeder Lassers G. Feberwee Lassers W. J. van de Geer Fitters A. J. de Graaf IJzerwerkers H. E. M. Vorstenbos Lassers F. M. Zeilstra Lassers „Je gaat op een tafel liggen. Je krijgt een prikkie, 't is gebeurd hupsakeeZe halen een half litertje bij je vandaan, 't bete kent niets". Dat halve litertje slaat op het bloed, dat de koker/hakker bij ons bedrijf, de heer G. A. Schaap (58), als donor bij de "bloed bank" in Rotterdam ieder half jaar afstaat. „Ja, ze kennen me daar wel aan de Westzeedijk. Als ze me zien, zeggen ze al: Ah, daar is-ie weer". G. A. Schaap gouden speld Het is niet vreemd, dat zijn rond lachend gezicht niet onopge merkt blijft. Zijn ogen glimmen levenslustig als hij over het do norschap praat. "Ik heb dit jaar de gouden speld gekregen om dat ik toen voor de veertigste keer bloed gaf. Er hoorde nog een oorkonde bij ook. Je mag zo iets doen tot je 65ste jaar. Het is te hopen, dat ik ermee door kan blijven gaan tot die leeftijd". De karaktereigenschap die hem tot het bloed geven aandreef, is gebaseerd op - zoals hij het zelf uitdrukt - naastenliefde voor de medemens. Maar het zetje gaf zijn vrouw de eerste keer. „Ik leerde haar in de oorlog bij de EHBO kennen, ze was ver pleegster. Nu heb ik haar inge haald, maar ja, we hebben vier kinderen. Er is dus een periode geweest, dat zij het donorschap tijdelijk aan de kapstok moest hangen". Dat hij een sociale inslag heeft komt ook tot uiting in het vrij willige brandweerwerk. „Ik ben eigenlijk een geboren brand weerman. Dat komt door mijn vader. Die zat bij de Rotterdam se vrijwillige brandweer. Daar werd ik ook lid van. Toen ik naar Schiedam ging, ben ik lid van de Wilton-Fijenoord brand weer geworden. In totaal ben ik al 29 jaar bij het brandweerwerk betrokken". Het is een zeer bedrijvige man. Zijn ogen kijken enigszins nieuwsgierig de wereld in. „Ik heb graag bemoeiënis met de veiligheid van anderen. Vandaar dat brandweerwerk? Misschien wel. Ik ben ook nog 12Vi jaar rayonbestuurder van de tbc-be- strijding geweest". Tijdens het uitoefenen van zijn hobby verkeert hij ook onder de mensen. „Mijn vrouw en ik zijn lid van het Wilton-Fijenoord zangkoor. Erg gezellig. Muziek heb ik altijd leuk gevonden. In Rotterdam had je voor de oorlog van die muziektenten op straat. Daar ging ik 's zaterdagsavonds vaak luisteren. Een leuke tijd". Tijdens het praatje maakt hij nog graag van de gelegenheid ge bruik om iedereen op te wekken bloed te geven. „We komen mensen te kort. Maar ik heb al tijd kaartjes op zak om mensen, die er voor voelen aan te mel den. Ze kunnen me ook thuis bellen op nummer 263937". En hij besluit met: „Het is alleen maar een prikkie, dat bloed ge ven, 't betekent niks, echt". 8

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1970 | | pagina 10