Kranen kwamen op andere plaatsen te staan de bochten de kans veel te groot is, dat de sectie eraf schuift. Als de ene wagen met dubbele wielen bezig is in de grit- of conserveringsloods, kan op dat moment geen andere grote sec tie door ons behandeld wor den". Ploeteren Hij vertelt dat, terwijl met veel ploeteren een sectie van de „Corco" uit de gritloods getrok ken wordt. De kleine tractor staat te dansen voor de wagen, maar krijgt er niet genoeg be weging in. De vloer voor de loods golft onder het zware ge wicht. „We zetten de 'Thunder- bird' er voor". Hiermee wordt de zware Hyster bedoeld. „We noemen hem ook wel onze Dino". Baas Meyer roept naar de be stuurder. „Frans rijden, anders zit je mank". Maar de wagen komt met last en al naar buiten en wordt daarna naar de con serveringsloods gereden, waar hij met veel passen en meten naar binnen wordt geduwd. Aanwijzingen van baas Meyer klinken door de zonnige och tenduren. „De bestuurder kan achteruitrijdend niet zien of hij goed voor de ingang zit. Hij moet persé aanwijzingen heb ben, want anders loopt het scheef". De sectie van ruim 55 ton wordt met alle mogelijke zorg omringd. Het is ten slotte een duur stuk werk. Er is wel enige tijd mee gemoeid. Een Duitser van de grittersploeg zegt: ,,lk vraag me af, hoe dat in de winter moet als het glad is of wanneer er sneeuw ligt". Baas Meyer is nog al laconiek. „Dan strooien we flink met pekel. Maar het gaat wel moeilijk. Vooral met de trac tor". Parkeren We wandelen weg naar het Nieuwbouwdok en onderweg moppert hij nog een beetje over de nauwe straatjes. „Moet je kij ken. Overal staan borden met verboden te parkeren. Niemand stoort zich er aan. Als wij dan langs komen met onze secties kunnen we er niet door. Daar hebben we wel wat op gevon den. We maken zo'n auto open. Desnoods met een kromme spijker en rijden hem dan naar een moeilijk vindbare plaats, zodat de betrokken eigenaar het geen tweede keer meer lapt. Ons werk moet tenslotte door gaan. Bij de hellingen of in het dok wachten ze op ons of lie ver op de secties". Op een wagen bij het dok ligt een grote sectie. Erop zijn twee mannen druk doende. „Dat zijn Van leperen en Pil. Met die slui- tings is het oppassen geblazen. Ze hebben een behoorlijk ge wicht en mogen daarom niet te gen de verf stoten, anders be schadigd die. Door deze kraan wordt de sectie in het dok ge hesen. Kijk, er liggen nog meer secties te wachten". Vrienden Op de terugweg wordt hij door een kraanrijder vanuit diens ho ge post toegeschreeuwd. „Piet, kom eens aan de telefoon". „O.K., ik kom eraan Rinus". Een stem klinkt uit de kraante lefoon. „Roep Janus eens voor me. Er is een bout uit de kraan gevallen en hij weet, waar die ligt". „Janus, of ie even bij Piet aan de telefoon wil komen". Deze vriendendienst is ook weer volbracht. Hij legt uit hoe het gritten en verven in zijn werk gaat. „Dat gebeurt haast niet meer met een tolletje en dan een likje verf er over. De reders stellen steeds hogere eisen. De verfsoorten zijn ook van hoogwaardig ge halte. Dat is belangrijk, want als die secties nu aangebouwd wor den, roesten ze niet". Op helling 6, waar de Sea-Land voorsche pen worden gebouwd, toont hij wat hij bedoelt. Hij blaast even stoom af. „Zo, dat is gebeurd. Je moet je be slist niet kwaad maken in dit werk, want dan gaat het mis". Hij slaat één van de gritters op de schouders en maakt een grapje. De kraancapaciteit bij helling 6, waar het eerste voorschip voor de drie Sea-Land container vaartuigen op stapel staat, is on- j langs opgevoerd. De heer T. Don, assistent-be drijfsleider van de afdeling Technische Dienst, wijst op een voor hem liggende tekening. „Kijk, deze kraan van plaats 16/17 vlak voor het gebouw van de afdeling Transport, de garage dus, hebben we verplaatst naar de helling. Het is een wipkraan met een hefvermogen van 40 ton. De torenkraan met een hef vermogen van 10 ton bij (kleine) helling 5 heeft nu een tijdelijke plaats gevonden voor de garage. Er wordt naarstig gezocht naar een andere kraan met een gro tere capaciteit". Westzijde Bij helling 6 stonden al twee kra nen. Eén van 40 ton aan de Oost- en één van 50 ton aan de Westzijde. De er nu bijgekomen kraan staat bij de laatstgenoem de. Deze extra capaciteit bete kent een snellere verwerking op de helling van de uit de hallen komende secties. Het bouwtem- po wordt daarmee verhoogd. Tevens werd de enigszins ver zakte westelijke kraanbaan op de juiste hoogte gebracht. De baan ging met 24 centimeter omhoog. De 10 tons kraan ging in twee stukken naar de plaats voor de garage. Voor dit werk zorgde de „Mammoet". De heer Don zegt 8

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1970 | | pagina 10