Had de nodige malen een oppertje moeten zoeken, om, rukkend aan het anker mislopen. Maar hij liet er geen twijfel over bestaan dat deze reis de laatste zou zijn tot het voorjaar. De Hendrien moest no dig op de helling en een paar maandjes in het Groningse pa- tria had de bemanning ook wel eens nodig. Ze hadden veel en niet ongelukkig gevaren. De boog kon niet altijd gespannen zijn. Toen ze het Kieler-kanaal uit waren en de Elbe afzakten, wis ten ze het wel. Kerstmis en Oud en Nieuw waren naar de knop pen. In tien dagen doe je zelfs onder de gunstigste omstandig heden niet veel als je nog naar je haven van bestemming moet, moet lossen en dan nog eens de oversteek in ballast moet ma ken van de Engelse kust naar de Eems om in Delfzijl eindelijk voor de kade te komen. Vergeet het maar jongens, had de schipper gezegd. En ze ver gaten het. Zo is nu eenmaal het zeemansleven. Daar kwam nog bij dat ze een paar dagen verspeelden voor ze de Elbe uit waren. Want er kwa men wat depressies naar West eindelijk na veel vertraging bij het laden, in open water, eerst zuidwaarts en toen meer naar het westen, op het Kieler-kanaal aan om vandaar de Elbe uit te zeilen, benoorden de Wadden langs voor de oversteek naar de Engelse kust. Het is reeds gezegd het zat niet mee. De traditie om Kerst mis en de jaarwisseling in elk geval door te brengen in de thuishaven Delfzijl kwam danig in de verdrukking. Ruw weer in de Oostzee had de vaart sterk gehinderd en de Hendrien had de nodige malen een oppertje moeten zoeken om, rukkend aan het anker, beter weer af te wachten. Dat had dagen gekost. En Kerstmis naderde snel. De schipper, die zijn vrouw aan boord had, had het er al eens over gehad met zijn stuurman en de jongen die met hem de kof zeilden dat het, voor wat de feestdagen betreft, wel eens kon Ze zeilden de mond van de Elbe uit 3

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1970 | | pagina 5