Jubileumviering
Op de morgen van Goede Vrij
dag 31 maart werd wederom een
aantal leden van onze „oude
garde" gehuldigd ter gelegen
heid van hun 40- resp. 25-jarig
dienstjubileum. Het lentezonne
tje liet helaas verstek gaan,
maar eenmaal binnen was het
gure weer snel vergeten.
De fleurige boeketjes voorjaars
bloemen, waarin het felle geel
van de narcissen een vrolijke
boventoon voerde, droegen in
niet geringe mate hiertoe bij.
Eén van de jubilarissen had zijn
vrouw ziek thuis moeten laten,
maar alle andere feestvierenden
hadden hun echtgenoten stevig
aan de arm toen zij de kantine
van het hoofdkantoor betraden.
Na een opgewekt „goeden mor
gen", waarmede het lid der di
rectie, ir. B. Wilton, de aanwezi
gen begroette, wisselden de ern
stige en vrolijke noot elkaar in
snel tempo af. Ernstig, toen de
heer Wilton - heel in het kort
slechts - even tipte aan de re
cente spanningen in het bedrijf.
„Ik heb mijzelf gisteravond zitten
afvragen of datgene, wat men
gebruikelijk in zo'n openings
speech zegt, nog wel waar is.
Er verandert zoveel de laatste
tijd en een heleboel dingen,
waaraan wij altijd een grote
waarde hebben toegekend, lij
ken deze waarde te hebben ver
loren."
„Maar vandaag is het een fees
telijke dag voor WF omdat u,
jubilarissen, hier voor mij zit met
al uw dienstjaren. Waarbij steeds
opnieuw de vraag opkomt: waar
om hebt u het zo lang volgehou
den? Het is soms moeilijk in
woorden tot uitdrukking te bren
gen wat ons bindt aan een be
drijf."
De heer Wilton vermoedt dat het
gevoel voor humor - dat toch
altijd gebleven is, wat er ook
gebeurde - hier iets mee te ma
ken heeft. „Hebt u van de week
Dorus nog gezien op de TV?"
De heer Wilton acht een verge
lijking met deze figuur, door de
onlangs overleden acteur Tom
Manders zo meesterlijk op de
planken gezet, hier op zijn
plaats. Maakte ook deze uiterlijk
zo melancholieke figuur vanuit
zijn sombere achtergrond niet
de mooiste opmerkingen, getui
gend van een prachtige humor?"
Voor de heer Wilton was deze
Dorus een groot man, die ons
een spiegel voorhield en die ons
iets meegaf waar we iets aan
hadden.
„Zo hebt ook u, jubilarissen, uw
steentje bijgedragen en iets van
Persoonlijk woord van de heer Wilton
de liefde voor ons bedrijf uitge
dragen aan anderen. Hiervoor is
grote waardering en dankbaar
heid."
Na beëindiging van zijn speech
gaat de heer Wilton over tot de
persoonlijke huldiging van de
jubilarissen. Niets blijkt verbor
gen te zijn gebleven, alle goede
eigenschappen (over de minder
goede wordt uiteraard hier niet
gesproken) worden opgesomd.
De heer Wilton overhandigde
de getuigschriften