Grotere telefooncentrale
voor aansluiting schepen
De schepen
die „Wilton"
bouwde
Uit de oude doos
r—
74
De heer D. H. de Zeeuw, portier hoofdkantoor telefonist achter de nieuwe
centrale: „Het is even een kwestie van inspelen"
De oude telefooncentrale bij de
portier Hoofdkantoor is vervan
gen door een nieuwe met meer
capaciteit.
Het gaat hier niet om de grote
centrale met lijnen voor de werf,
maar de speciale voor de aan
sluiting met aan de werf liggen
de schepen.
Het telefoneren is de laatste
jaren sterk toegenomen. Vanaf
vele schepen wordt dagelijks
intensief met de rederijen ge
beld. De oude centrale met vier
lijnen en veertig toestellen kon
het aanbod niet meer verwerken.
Als een soort service-verlening
aan de cliënten is men nu over
gegaan tot het installeren van
een centrale met tien lijnen en
veertig toestellen. De wachttij
den op een gesprek zijn nu aan
zienlijk verkort of - waar het om
automatische verbindingen gaat
- tot nul gereduceerd.
Van de tien lijnen zijn er negen
voor „buitenaf", de tiende is be
doeld als werflijn. Indien er een
gesprek van buiten komt, dat
niet is bedoeld voor één van
genoemde veertig toestellen dan
kan met behulp van een foefje
via de werflijn het gesprek over
de grote werfcentrale verder ge
leid worden.
In het totaal kunnen er nu 110%
gesprekken méér gevoerd wor
den. Het toenemen van het tele
foonverkeer komt onder meer
door de lage tarieven en de
verderschrijdende techniek, die
het mogelijk maakt vele ge
sprekken per kabel meer door
te voeren dan vroeger, maar ook
door het gebruik van straalzen
ders en kunstsatellieten.
Onder onze personeels
leden worden gegadigden
gezocht voor de funktie
van
BEDRIJFSARCHIVARIS
voor het Centraal-Archief
in de bunker.
Vereisten:
U.L.O. of gelijkwaardige
opleiding en enig tech
nisch inzicht.
Schriftelijke sollicitaties te
richten vóór 15 juni 1972
aan de Personeelsdienst,
t. a. v. de heer H. J.
Tamminga.
(Bouwnummer 101 t/m 150).
Voordat wij gaan zien welke
schepen na het eerste honderd
tal werden gebouwd, verwijs ik
u naar de hierbij afgebeelde
sleepboot „Disponibel", bouw
nummer 70, met zijn klipperboeg
een „klassieker".
Met bouwnummer 101 werd de
regelmatige produktie van ha-
ven- en riviersleepboten voort
gezet. Daartussen door een
enkele rijnsleepboot als no. 103
de „Maria Philomena" en no.
108, de „Herman Ungar II' en
verder de typische riviervracht-
boten als no. 107 de „Louisa"
voor Berger en de stedennamen,
bijvoorbeeld no. 109 „Sneek III"
en no. 119 „Dokkum II" en niet
te vergeten de „Rhenania",
bouwnummer 116 voor Koninqs-
feld.
De Rijkswaterstaat liet de
„Hoofding. Dirks" bij Wilton bou
wen en de grote sleepbootmaat
schappij „de Internationale" be
stelde achtereenvolgens bouw-
no. 122 „Mars", no. 125 „Venus",
no. 126 „Triton" en no. 129
„Luna". De „Fiat Voluntas I" als
no. 127 „Jupiter" gebouwd is
ook geen onbekende.
Van een nieuw type vaartuig, de
waterboot, is een foto afgedrukt,
de „Aitor", bouwnummer 131,
voor Spaanse rekening ge
bouwd, hieraan gingen no. 100
en no. 128 „Ernst II" vooraf.
Bouwnummer 134, de „William"
J was voor eigen rekening en van
bescheiden afmetingen, de vol
gende „echte" opdracht no. 135
13