Opstelwedstrijd
Baas boven baas 1972
„...en dan
nog meer
verdienen
ook..."
In dit nummer van het WF-Nieuws is plaats ingeruimd voor het laatste
deel van het opstel van de derde-prijswinnaar van de opstelwedstrijd
„Baas boven baas 1972".
Zoals wij eerder beloofden, worden de opstellen van de drie WF-
bazen, die in de prijzen vielen, in het geheel of in gedeelten in ons
personeelsblad opgenomen. Dit om de lezerskring kennis te laten
nemen vanuit welke achtergrondfilosofie ten minste drie van onze
bazen het werk benaderen.
In het kort volgt hier de opdracht, aan de hand waarvan de deel
nemers een opstel moesten samenstellen.
„De heer Pietersen is 40 jaar bij een bedrijf in de afdeling onderhoud
werkzaam. Het bedrijf wordt gereorganiseerd en Pietersen gaat over
naar de produktie-afdeling, waar hij komt te werken tussen jongere
collega's, die minder verdienen.
Dat zet kwaad bloed. Zijn nieuwe chef zeer eerzuchtig vindt dat
er aan dit presentkaasjeniet veel eer te behalen valt. Op een dag
wordt Pietersen beschuldigd van een produktiefout. Het komt tot een
uitbarsting."
Vragen
1. Wat vindt u van de overplaatsing van Pietersen van onderhoud
naar produktie?
2. Hoe zou u deze overplaatsing hebben voorbereid en uitgevoerd?
3. Hoe had Van Dieren (de nieuwe chef) Pietersen na de plaatsing
in zijn afdeling moeten begeleiden?
4. Hoe moet het probleem nu worden opgelost?
5. Welke mogelijkheden ziet u in het algemeen om het werk zo in
te delen, dat ook de oudere werknemer nog zinvol bij het werk
betrokken blijft?
door
J. S. van Velzen
slot
De mensen willen in hun werk
en verdiensten altijd de beste
zijn. Dat is hun goed recht. Ge
lijke beloning bij gelijke werk
zaamheden zou hier wel op zijn
plaats zijn, maar Pietersen kan
de verzekering worden gegeven
dat hij toeslag zal krijgen op het
peil van zijn oude loon. De jon
geren hebben kans op promotie
en eventuele individuele loons
verhoging, waarvoor Pietersen
niet in aanmerking komt.
Enkele jonge medewerkers zul
len Pietersen nog enige tijd met
andere ogen bekijken. Maar als
Van Dieren goed ingrijpt, zal
ook dat tot het verleden gaan
behoren en de rust in zijn af
deling terugkeren. Een goede
baas is een doorzetter, die
telkens en telkens weer zijn
mensen op de goede dingen zal
wijzen.
Vraag 5: Welke mogelijkheden
ziet u in het algemeen
om het zo in te delen,
dat ook de oudere
werknemer nog zinvol
bij het werk betrokken
blijft?
Ik voel mij niet geroepen om dit
even uit de doeken te doen,
maar het moet wel even aan de
orde worden gesteld, dat derge
lijke gevallen goed voorbereid
en begeleid dienen te worden.
Door deskundigen moet worden
geïnformeerd naar de lichame
lijke en geestelijke toestand van
de betrokkenen. Die oude garde,
die steunpilaren, willen heus
wel, maar men moet ze niet in
hun nekvel pakken en maar er
gens instoppen. De ouderen
laten zich dat enkel aanleunen
omdat zij bang zijn voor even
tuele maatregelen ten nadele
van hen.
Iemand moet maar eens zeggen,
dat deze mensen nog meetellen
en niet na zovele bruikbare en
trouwe dienstjaren zo goed als
aan de kant gezet moeten wor
den. Zij hebben de naam van
hun bedrijf hoog gehouden. Aan
een oud paard wordt na be
wezen diensten veel aandacht
besteed, lees je in de nieuws
bladen en dan is iedereen het
ermee eens dat dit zo hoort!
Na al die jaren van prestatie,
verantwoordelijkheid en trouw
aan het bedrijf, moet hier een
passende werkkring worden ge
vonden en er moet niet gedacht
worden: Met wat je vroeger ge
presteerd hebt en verdiend voor
het bedrijf hebben we nu niets
te maken. Pas op, we zouden
eventueel in hetzelfde schuitje
terecht kunnen komen. Het is
de hoogste tijd er iets aan te
gaan doen.
Men moet deze mensen bepaald
niet plaatsen tussen overwe
gend jongelui, want die hebben
voor die ouwe sok geen goed
woord over. Zij worden in het
geheel niet geaccepteerd. Men
zou op een bedrijf waar dit mo
gelijk is, hen voorbereidend
werk laten doen.
Op elke afdeling een oudere
werknemer half produktie en
half een adviserende taak laten
vervullen om de andere werk
nemers de bijzonderheden van
het vak bij te brengen. Door hun
vakkennis zijn zij kritische waar
nemers geworden en dat kan
16