De eerste schepen van de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij Uit de oude doos (78) Voordat in 1835 op het Etablisse ment „Fijenoord" de bouwnum- mers 1 en 2, „Hekla" en „Etna", werden gebouwd, waren reeds verscheidene schepen door de Nederlandsche Stoomboot Maat schappij voor eigen gebruik of voor opdrachtgevers ontworpen en besteld. Over sommige van deze vaartui gen werd in deze rubriek reeds eerder iets geschreven; het is echter bijzonder moeilijk tot een totaaloverzicht van alle namen te komen. Indien men de scheepsnamen uit directienotulen en publicaties in chronologische volgorde op stelt, klopt het uiteindelijk niet. Vele naamsveranderingen ma ken de zaak nog onoverzichte lijker. Toch meen ik de belangstellen de lezers een overzicht te moe ten geven, dat de werkelijkheid zo dicht mogelijk benadert en min of meer als een bouwlijst gebruikt kan worden. Uiteraard kan deze opsomming in de toe komst aangevuld of verbeterd worden. A. (1823) „De Nederlander" (Bateau No. 1). Rederij N.S.B.M. Bouwwerf: W. J. Hoogendijk te Capelle a/d IJssel. Machine-installatie Hen ry Maudsley, Londen. In 1837 omgedoopt in „Lek" en gesloopt in 1843. B. (1824) „De Zeeuw" (Bateau No. 2). Rederij N.S.B.M. Bouwwerf: W. J. Hoogendijk te Capelle a/d IJssel. Machine-installatie John Cockerill Co. te Seraing. La ter omgedoopt in „Waal". C. (1824„Stad Antwerpen" (Bateau No. 3). Rederij N.S.B.M. Bouwwerf: W. J. Hoogendijk te Capelle a/d IJssel. Machine-installatie John Cockerill Co. te Seraing. In 1836 omgedoopt in „Stad Keu len". D. (1824) Stad Nijmwegen" (Bateau No. 4). Rederij N.S.B.M. Bouwwerf: W. J. Hoogendijk te Capelle a/d IJssel. Machine-installatie John Cockerill Co. te Seraing. Con tract getekend 14 januari 1824. In 1841 omgedoopt in „Schelde", in 1847 gesloopt. E. (1825) „De Rhijn" (Bateau No. 5). Gebouwd in opdracht van N.S.B.M., afgeleverd aan Keulse Rederij. Contract getekend 13 november 1824. In 1825 in dienst gesteld. Bouwwerf: W. J. Hoo gendijk te Capelle a/d IJssel. Machine-installatie John Cocke rill Co. te Seraing. Zusterschip van D. Omgedoopt in „Friede- rich Wilhelm", in 1827 in „Prinz Friederich", op 1 maart 1831 in „Prins Frederik" van de N.S.B.M. en in 1844 afgevoerd. F. (1826) De in 1825 door de N.S.B.M. van Antwerpse koop lieden aangekochte „James Watt", omgedoopt in „Fije noord", vervolgens in „Stad Keulen" en daarna in „Stad Dus- seldorf". In dienst gesteld 7 augustus 1828. Gebouwd te Ant werpen. Machine-installatie uit de Zuidelijke Nederlanden. G. (1826) Zr. Ms. „Atlas" (Bateau No. 7). Stoompakket gebouwd voor De partement van Marine en Kolo niën voor de dienst Nederland - voorm. Ned. Oost-lndië. Bouw werf: W. J. Hoogendijk te Capelle a/d IJssel. Machine installatie John Cockerill Co. te Seraing. Contract getekend 30 juli 1824. In dienst gesteld 22 september 1828. In 1832 ge sloopt. H. (1826) „Batavier" (Bateau No. 8). Dienst N.S.B.M. op Londen met ingang van 19 september 1829. Bouwwerf: Fop Smit te Kinder dijk. Machine-installatie John Cockerill Co. te Seraing. I. (1829) „Hercules" Sleepboot van de N. S. B. M. Contract getekend 9 mei 1825. Bouwwerf: Ceuvel, Boom bij Antwerpen. Machine-installatie ex „Agrippina". J. (1827) Orestes In opdracht van Gouvernements stoomvaartdienst in Ned. Oost- lndië. Niet afgebouwd, gesloopt. Bouwwerf: C. Smit, Lekkerland. Machine-installatie John Cocke rill Co. te Seraing. K. (1827) „Pylades" (D.) „Stad Nijmwegen" (bateau no. 4) 16

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1972 | | pagina 18