I 15
Vorming en opleiding
Bezoek
scholieren aan
WF-brandweer
REGELS
gelden
in elk beroep
Regels zijn nodig voor de
veiligheid van uzelf en van de
i anderen
gen aan boord van schepen.
Maar dit stukje staat deze
keer niet in de belangstelling
van materiële aard, het be
nadert de veiligheid niet van
de technische, maar van de
mentale, de menselijke kant.
En dat is niet voor niets.
Uit statistieken blijkt dat
80% van de ongevallen het
gevolg zijn van menselijke
fouten en tekortkomingen.
Van de overige 20% liggen
de oorzaken meestal in het
technische falen. Maar juist
de technische kant van de
veiligheid is in veel gevallen
wel gedekt.
Er zijn voorschriften, hand
leidingen, geboden en verbo
den, en controles om na te
gaan of die allemaal goed
worden nageleefd. Als het
merendeel van de ongevallen
echter veroorzaakt wordt
door het falen van menselijk
denken en handelen, moeten
we daar dus vooral aandacht
aan besteden en pogen er
verbeteringen in te brengen.
Vakmensen passen de voor
schriften toe
Een belangrijke verbetering
zou al bereikt zijn als ieder
een die is belast met een
gevaarlijke of verantwoorde
lijkheid vereisende taak, zich
de voorschriften en instruc
ties, die voor zijn taak zijn
vastgesteld, eigen zou ma
ken. En ze ook zou opvol
gen. Voor de echte vakmen
sen spreekt dit vanzelf. Een
vakman onderscheidt zich
immers juist daardoor van de
handige, geoefende amateur.
Daarom wordt wel eens ge
zegd: een vak kennen is de
voorschriften kennen. Som
mige machines lijken gemak
kelijk te bedienen. Ook bij
voorbeeld het leggen van een
leiding voor gas, water of
electriciteit lijkt niet zo moei
lijk. Maar toch mogen deze
werkzaamheden alleen ge
daan worden door vakmen
sen, die de voorschriften
kennen en zich eraan hou
den.
Ook voor eenvoudiger taken,
voor werk dat minder scho
ling vereist, gelden regels en
voorschriften.
Het is de taak van de baas
de mensen uit zijn ploeg, die
dat werk moeten doen, goed
te instrueren.
Tijdens de instructie wordt
de nieuweling ook op de
hoogte gesteld van de veilig
heidsaspecten van zijn taak.
In een goede werkinstructie
is de zorg voor de veiligheid
ingebouwd als een vanzelf
sprekende zaak, een normaal
onderdeel van het dagelijks
werk.
Overigens behoort het even
vanzelfsprekend te zijn, dat
zowel bazen als bedrijfslei
ding voortdurend zélf een
goed voorbeeld geven van
veilig gedrag, dat wil in dit
geval zeggen: zich aan de
voorschriften houden. Eerst
dan is de basis gelegd voor
een succesvol veiligheidsbe
leid.
"Veiligheid op het bedrijf,
is zekerheid voor het gezin"
A.P.
Enige leerlingen van de Prin
ses Juliana-school te Vlaar-
dingen brachten een bezoek
aan Wilton-Fijenoord op
woensdagmorgen 6 februari
en schreven dit verslag in
hun schoolkrant:
We zaten in de klas bij me
neer van Ree, want onze
eigen meester was ziek. Op
eens ging de deur open en
daar kwam meester van Vee-
len binnen.
Hij vroeg of Jeanette Was-
sink, Hélène van der Sloot,
Derko Drukker en Chris de
Ruiter even mochten komen.
Wij gingen dus met meester
van Veelen mee, en zagen
een vreemde meneer. Hij
stelde zich voor als meneer
Valk, afd. Beveiliging.
Wij gingen met hem in zijn
auto en reden naar Wilton-
Fijenoord. Daar werden we
heel vriendelijk ontvangen.
We kregen een flesje Cassis
en een Mars. Daarna gingen
wij met mijnheer Valk een
eindje rijden, waar naar toe
wisten we niet.
Opeens zagen we hele grote
schepen liggen en heel veel
hijskranen waren er ook.
We gingen een deur binnen
waar boven stond: AMBU
LANCE - UITRIT VRIJHOU
DEN, en op de andere deur
stond: BRANDWEER UITRIT
VRIJHOUDEN.
Er was een meneer die be
velvoerder van de brand
weermannen was. Hij heette
meneer Veerbeek.Hij nam ons
mee naar de garage waar de
ambulance stond en er wa
ren ook pompen en slangen
die ze gebruiken bij het blus
sen. We mochten een heel
klein stukje in een brand
weerwagen meerijden.
Daarna mochten we door de
walki-talki praten, dat is een
apparaatje zonder draad,
waarmee je met elkaar kan
praten op de verste afstan
den.
Terwijl meneer Veerbeek ons
alles vertelde van de ambu
lance, ging er een brand
weerman in de ambulance,
drukte op een knopje en toen
ging de sirene loeien. Wat
was dat een hard geluid.
Meneer Veerbeek liet ons
brandweerpoppetjes zien en
mini brandslangen en alles in
het klein, zoals het in werke
lijkheid gebruikt wordt bij het
blussen.
We vroegen aan meneer Veer
beek hoeveel branden er ge
weest zijn in 1973, hij zei
toen: "150 keer zijn we uit
geweest met de ambulance
en 92 keer met de brandweer
en in 1974 tot nu toe 19
keer".
Toen het kwart voor 12 was,
zei meneer Valk: "Nu rijden
we nog even over de werf en
dan breng ik jullie weer naar
school".
Toen we over de werf reden
zagen we een heel erg groot
schip, we gingen uit de auto
om het schip goed te bekij
ken. Wat was dat een diepte!
Er waren mannen beneden
aan het schip en als je naar
die mannen keek waren het
net kabouters.
Het was een hele fijne mor
gen bij Wilton-Fijenoord.
Hélène van der Sloot
Jeanette Wassink
Chris de Ruiter
Derko Drukker
Uit klas 4