m <i
DRAA6
VeiUÓHFIPS-
«eiM
Punt 1: veiligheid
18
Werken op hoogte
In het bedrijf worden regel
matig gereedschappen en
materialen gebruikt, ver
plaatst of bewaard.
Dit gebeurt gewoonlijk op
normale werkhoogte; meest
al niet veel meer dan 1 tot
1,50 m. boven de vloer; bijv.
op een werkbank, machine,
magazijnstellingen enz. Bij dit
soort werk kan een vallend
zwaar of scherp stuk gereed
schap nog gemakkelijk een
lelijke verwonding aan voet
of been teweeg brengen.
Regelmatig krijgt de Me
dische Dienst slachtoffers te
behandelen. Over het alge
meen valt het met zo'n on
geval nog wel mee.
Een groot aantal werkzaam
heden met gereedschap en
andere materialen worden
echter uitgevoerd op aanmer
kelijk grotere hoogte op en
in kranen, aan boord van
schepen enz.
Doordat hierbij talrijke vaklie
den van verschillende am
bachten op verschillende
hoogten boven elkaar wer
ken, is het risico van verwon
dingen door vallende voor
werpen doorlopend aanwe
zig. Hiertoe draagt dan nog
bij dat op veel van dergelijke
werkplekken de openingen
van vloeren, scheepsdekken,
steigers, bordessen, kraan
constructies vaak onvoldoen
de zijn uitgerust met doelma
tige voorzieningen tegen
het afvallen van voorwerpen
(kortom het ontbreken van
kantplanken).
Een ogenschijnlijk geringe
aanleiding boven" kan dan
„beneden" funeste, zelfs do
delijke gevolgen hebben
In 1974 werden in ons bedrijf
39 mensen getroffen door val
lende voorwerpen, die hier
door hun werk- moesten on
derbreken.
Het gebruik van een veilig
heidshelm bij gevaar voor
vallend materiaal is in ons be
drijf nog onvoldoende ge
meengoed. Laat ieder het
zich toch tot een goede ge
woonte maken om bij de kans
op vallende voorwerpen een
helm te dragen
En de werkers op hoogte,
bedenkt.dat onder u mensen
werken. Sluit onbedacht
zaamheid uit en leg uw ge
reedschap en materiaal zó
neer, dat door uw toedoen
niemand het slachtoffer
wordt.
Wanneer u een last met de
kraan te transporteren hebt,
zorgt dan dat de strop niet
uw of een ander z'n strop
wordt
Bedenkt toch goed: uw vei
ligheid en die van anderen is
„PUNT ÉÉN".
Prettige Kerstdagen en een
goed en veilig begin in 1975.
A.P.
Hier volgen nog een aantal
vuistregels ten aanzien van
het afsteken van vuurwerk:
HOE GEBRUIK JE
VUURWERK
1. Bewaar het vuurwerk in
een gesloten doos, liefst
van metaal (bijv. een
koektrommel).
2. Bij gebruik de stukken
vuurwerk één voor één
uit de doos halen en tel
kens de doos weer slui
ten (opdat het branden
de vuurwerk niet op de
geopende doos kan val
len).
3. Uit bovenstaande volgt
al: vuurwerk NOOIT be
waren in broek- of jas
zak
4. Geen vuurwerk in han
den van kleine kinderen
of van anderen, die er
niet mee om kunnen
gaan
Laat een oudere de lei
ding nemen als kinderen
vuurwerk willen afsteken
en ervoor zorgen dat dit
op een verantwoorde
manier gebeurt.
5. Vóór het afsteken de ge
bruiksaanwijzing op de
verpakking lezen.
6. Leg het vuurwerk in de
gewenste richting (houd
daarbij rekening met
brandbare zaken in de
omgeving, zoals strooien
daken, dieren, motoren
enz.) en met de moge
lijkheid, dat plotseling
mensen of dieren te
voorschijn komen (uit
een deur of raam, een
hek, een pad enz.).
7. Ontsteek vuurwerk op
armlengte afstand, houd
het niet in de hand, wend
het gezicht af en steek
het aan met een gloeien
de lont, (bijv. een sigaret,
geen vlam gebruiken)
ga daarna onmiddellijk
achteruit.
8. Vuurpijlen worden voor
afsteken rechtop gezet,
in de grond of in een fles
die met zand is gevuld.
Pas op! meestal vallen
zij terug op de grond met
een brandende klont ma
teriaal aan de stok.
9. Vuurwerk, dat de eerste
keer niet is afgegaan,
mag nooit een tweede
maal worden aangesto
ken.
10. Gooi nooit met vuurwerk
naar andere mensen of
dieren
11. Houd dieren binnens
huis uit het gezicht en
het gehoor, wanneer
vuurwerk ontstoken
wordt.
12. Knoei niet met vuurwerk
en probeer niet zelf vuur
werk te maken. A.P.
VEEL PLEZIER