t
t
3
Op het laatst kende men al
leen Baas Ary, omdat Dirk
Zijlmans bedlegerig was ge
worden. Ary had de naam
zakelijk maar eerlijk te zijn,
stipt op tijd zijn waren af
leverend en zich afbeulend
om het zo te houden.
Het was vloed voor Ary en
eb voor Dirk. Toen deze na
een langdurig ziekbed over
leed, nam Ary ten overstaan
van de weduwe en notaris
Pril de zaak over, hoewel hij
uitkeringen aan de nabe
staanden verplicht bleef.
Toen begon hij nog harder
te werken, want hij had twee
gezinnen om voor te zorgen.
Maar hij reed op het opko
mend water mee dat de
Maasstad overspoelde.
Help uzelf, zo helpt U God,
zei hij vaak, en dan huiverde
zijn vrouw, want dan kreeg
ze een gevoel van onheil.
Diep in haar hart was ze
echter dankbaar dat het nu
zo goed ging, want er waren
inmiddels acht kinderen ter
wereld gekomen, waarvan er
een paar gestorven waren
aan vreemde ziekten die
naar men zei door de
schepen en goederen van
overzee werden meege
bracht.
Ary's faam en geluk groei
den. Hij zag zijn gezin alleen
op zondag, maar zelfs de
kerkgang naar de oude Pel-
grimvaderskerk aan de Kolk
wind, plassen, sloten, koeien,
ijs, brede luchten, overstro
mingen en natuurlijk de vee
pest. De boeren verarmden.
De geschiedenis sloeg boer
Ary Lighaem en zijn gezin
over, alsof ze onbetekenen
de mieren of waterratten wa
ren, verzuipende in de
Waard.
Door rampen van de laatste
jaren, moesten ze hun be
doening zwaar verhypothe
ken, en toen de zaak onder
de hamer moest, vertrok Ary
van daar, en besloot er nooit
terug te keren. Hij verhuurde
zich als helper van een
kooiker achter Alblasserdam.
Het was diepe, diepe eb.
Maar vlak daarop scheen er
voor Ary's gezin iets ten
goede te keren, want een
oudoom in Delfshaven had
een huisje met erve achter
gelaten, gelegen aan de
oostzijde van de oude haven,
op nummer B 64. Ze trokken
er onmiddellijk in, en er was
geen weg terug.
Om in zijn onderhoud te kun
nen voorzien, trad Ary in
dienst bij ene Dirk Zijlmans
die koffie, thee en koloniale
waren verkocht. Ary beviel op
slag een harde, onervaren
boer die maar één angst had,
met hangende pootjes te
moeten terugkeren naar de
Waard. Dat nooit. Dirk Zijl
mans was er zeker van dat
Ary nooit iets gemeens zou
uithalen.
Ary greep zijn kans. Hij
werkte hard en lang, en het
tij trok aan. Dirk Zijlmans liet
vaak de affaire aan hem
over, terwijl Ary bovendien
een deel van de goederen
op eigen erf opsloeg, en zich
daarvoor liet betalen. Hij
was de ziekelijke patroon al
gauw de baas.
In 1834 gingen ze samen
naar notaris Rijp in Rotter
dam, waar een overeenkomst
werd gemaaktAry zou de
patroon in het vervolg bij de
leiding van de zaak helpen,
en daarvoor doceurs en pro
visie ontvangen. Het was
hem echter verboden zelf
standig handel te drijven, op
straffe van vijfduizend gulden
boete, waarvan vierduizend
voor de diaconie en duizend
voor Zijlmans zelf.
Ary, de armoede van zijn
voorgeslacht zat en ge
scherpt door een oerinstinkt
tot zelfbehoud, kreeg in die
jaren een nog betere kijk op
zaken en bouwde uitsteken
de relaties op.
4?§©e©