Wij adviseerden, maar Indonesiërs deden 't zelf H. K. König: Eind vorig jaar is uit Indonesië teruggekeerd het tien man sterke RSV Management Advisory Team, dat twee jaar lang de scheepswerven Kapin en Dok Tan- jung Priok heeft geadviseerd bij het efficiënt her- opzetten van deze bedrijven. Dat stroomlijnen van de productie hebben de Indonesiërs zelf voor elkaar ge kregen met gebruikmaking van vooral aan hun situatie aangepaste adviezen. Een aanpassing, die zij zelf aan brachten. Met de heer H. K. König, assistent-bedrijfsleider WF, hadden wij een gesprek over zijn ervaringen in dit prachtige eilandenrijk. Ter informatie diene dat het team bestond uit de vol gende heren: team-leider Meerwaldt (WF), drs Baren- drecht (RSV), Van Brug (Geveke Groenpol), De Knegt (RDM), König (WF), Meulstee (WF), Sanders (WF), Swart (NDSM) die de post van de in Indonesië over leden heer Gitz overnam en Veldmeyer (RDM). 6 Er waren twee werven, die heropgezet moesten worden? Eigenlijk moet je dat anders stellen. Indonesië telt onge veer 14.000 eilanden. Bij het vervoer speelt voornamelijk de interinsulaire vloot een rol. Deze nu is aan een ingrijpen de rehabilitatie of renovatie toe. Belangrijk daarbij is voor de Indonesische economie, dat de eigen scheepswerven daarvoor zorgen. En dat kun nen ze ook, als men er de spullen maar heeft en de know-how ervoor opdoet. Dat eerste element is een kwestie van financiering en dat twee de element een kwestie van adviseren en scholen. En de financiën zijn uiteraard een probleem? Dat was het, en is het natuur lijk nog wel. Maar de wereld bank heeft fondsen beschik baar gesteld om de economie een impuls te geven. Daar door konden behalve de mid delen ook de "advisory teams" worden aangetrokken. Ik denk bijvoorbeeld aan de twee scheepswerven, waar heen dus Nederlandse teams gingen. Maar naar twee an dere gingen Japanse teams. Ook waren er teams, die ad viseerden inzake de bebake- ning op zee, teams voor rede rijen, technisch-financiële teams en dergelijke. Was het een moeilijke aan passing in het begin? We waren in Nederland goed voorgelicht over het klimaat, de vriendelijke bevolking, het eten, de religie, eventuele tropische ziekten. Aanpassen viel uiteindelijk erg mee. Vooral door die vriendelijke goedlachse bevolking. En op de passar (de markt) kon je je met de Nederlandse taal best behelpen. De mensen waren erg nieuwsgierig naar Nederland, je voelde een prettige band. Niet alleen door de taal, maar veeleer door wat de mensen allemaal over Nederland wisten. Dat was frappant. Het verkeer gaf wel wat problemen: onbe zorgd kris-kras door elkaar en in Djakarta erg druk. Bo vendien rijdt men er links. Was er al wat van die impuls in de economie merkbaar? Je merkt inderdaad, dat het economische leven er op gang begint te komen. Een goede graadmeter is bijvoor beeld het aantal auto's in het verkeer. Dat groeide met de dag. De mensen willen ook graag. Ze voelen de nood zaak, dat er iets moet gebeu ren. Ze zijn zeer leergierig' Je hebt in Djakarta al een Nederlandse en een Duitse school met ieder 200 leerlin gen. Bovendien zijn wij later op de werf Kapin, waar ik die twee jaar doorbracht cursus sen gaan organiseren: span- tenvloer/sectiebouw; machi nale bewerking en motoren bijvoorbeeld. Dat werd zeer gewaardeerd. En dan is het ook prettig om te doen Was het klimaat om uit te houden? Dat was wennen. Vooral toen wij aankwamen. De Indone siërs vonden het zelf toen veel te warm. Maar het wen de wel. Toch zie je, dat het klimaat invloed heeft op het werk. Lassers en branders dragen in Nederland bescher-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1975 | | pagina 10