C. van der Ree na 50 jaar
met pensioen gegaan
3
Feestelijke receptie
"In het overdragen van uw
kennis van zaken was u
kordaat en rechtlijnig. Wij
konden veel van u leren; uw
leiderschap stond buiten kijf,
terwijl de belangenbeharti
ging van de afdeling niet te
wensen overliet. En u liet
niets na om met alle inzet de
goede sfeer op de afdeling te
bevorderen".
Tijdens de afscheidsreceptie
in de Kantine Hoofdkantoor
werd de scheidende chef van
de afdeling Expeditie, de heer
C. van der Ree (50 dienstja
ren), veel lof toegezwaaid
door zijn opvolger, de heer
Verkade. Deze had het onder
meer over een moeilijk af
scheid in een feestelijke en
tourage, waarbij hij niet ver
gat in te gaan op de goede
sfeer op de afdeling en er
buiten. Daarbij vergat hij
evenmin mevrouw Van der
Ree in het zonnetje te zetten.
Daarvan waren de talloze
aanwezigen, waaronder de
heren Van der Vorm en Meeu-
wisse, de instemmende getui
gen.
Hobby
En over het werk: "Het expe
ditiebedrijf is geen werk maar
een hobby. Het betekent het
verlenen van diensten in een
goede verstandhouding met
iedereen in een goed team
verband. Het team kon mede
worden gevormd door de ge
zellige bijeenkomsten thuis of
op de kegelbaan. Zo leerden
wij elkaar goed kennen: el
kaar en de familieleden. Wij
hebben een fijne afdeling!"
De heer Verkade onder
streepte zijn woorden door
het overhandigen van fraaie
cadeaus, terwijl mevrouw Van
der Ree een fraai bloemstuk
mocht ontvangen.
De heer Roozendaal dook ver
volgens in de geschiedenis,
waaruit bleek, dat de in 1910
geboren heer Van der Ree,
die als 15-jarige bij WF in
dienst kwam, daarvóór reeds
een andere baan had gehad:
jongste bediende bij een
bank. Hij somde verder enige
markante figuren uit die tijd
op en beschreef de fusie tus
sen Wilton en Fijenoord rond
1929, alsmede de verhuizing
naar Schiedam op een later
tijdstip.
Knap werk
"Bewondering heb ik voor 't
feit, dat u duidelijk bent een
self-made man. Ook viel u op
door uw humor". De heer
Roozendaal overhandigde
eveneens een stoffelijk blijk
van waardering.
De heer Van Dongen van de
Expeditieafdeling van de
RDM, kwam ook afscheid ne
men van zijn collega, die hij
al 28 jaar kende. Hij deed dat
namens sommige van de
RSV-bedrijven. En over het
Expeditiewerk zei hij: "Toen
ik mijn vader vertelde, dat ik
dat werk wilde gaan doen,
sprak deze: „Jongen, dit werk
houdt in, dat je voor een
sloot staat zonder boot of
brug. Je moet naar de over
kant, dus drink je hem leeg
en loopt erheen!"
Daarmee de dynamiek van
het vak tekenende.
Tot slot sprak een bewogen
heer Van der Ree een kort
dankwoord.