I
ren, moest worden besloten
deze tanker voorshands voor
eigen rekening te bouwen.
Naast deze tanker wordt
eveneens een 318.000 tdw.
tanker voor eigen rekening
gebouwd.
Wat de RSV met de schepen,
na afbouw, zal ondernemen,
is nu nog niet te zeggen. In
dien ze niet direkt tegen een
redelijke prijs kunnen worden
i verkocht, bestaat de moge
lijkheid dat ze enige tijd voor
j eigen rekening worden ge-
ëxploiteerd of worden opge
legd. Hoewel met de bouw
grote bedragen zijn gemoeid,
I worden hiervan voor de li
quiditeit geen al te grote
problemen verwacht. De ver-
mogenspositie is volgens de
raad van bestuur voldoende
j' sterk.
I In het jaarverslag zegt het
l| bestuur voorlopig geen op-
dracht voor grote tankers te
i verwachten, gezien de situa-
tie in de olie-industrie. Dit
t| houdt in dat het beleid, was
gericht op de seriematige
:j bouw van dergelijke schepen,
moet worden omgebogen,
j Zulks zal een grote krachts
inspanning vergen, doch ver-
li wacht wordt dat dit wel zal
lukken. Van belang daarbij is
dat de vooruitzichten voor de
J vraag naar middelgrote sche-
]j pen minder ongunstig zijn,
ij terwijl ook de offshore moge-
l| lijkheden biedt.
Bij de vraag naar middelgrote
schepen moet er wel reke-
i ning mee worden gehouden
dat de concurrentie scherp is
omdat er thans een groot
i aantal werven is dat deze
schepen bouwt. RSV is flexi-
I bel genoeg om haar bouw-
I faciliteiten voor kleinere
schepen te gebruiken.
In verband met de moeilijke
situatie voor grote tankers
is wel besloten tot een ver-
traging in de bestaande
bouwprogramma's. Dit zal
enige druk op de resultaten
geven, doch daarvoor zijn uit
de winst over 1974 voorzie
ningen getroffen.
Reparatiebedrijven hadden
zeer goed jaar
In de divisie scheepsreparatie
zijn de omzet en de resulta
ten in 1974 sterk gestegen.
Gedurende nagenoeg het ge
hele jaar was er sprake van
een hoge bezettingsgraad.
Het aantal gerepareerde
5
schepen daalde wel van 3.065
tot 2.787, maar het aantal
dokdagen steeg van 7.260 tot
8.380.
De gunstige ontwikkeling
hangt samen met inhaalrepa-
ratie, nadat de scheepvaart
bedrijven in 1973 terughou
dendheid hadden getoond in
verband met de goede vrach-
tenmarkt. Men wilde de sche
pen liever laten varen. Een
voordeel was ook dat de con
currentie van enkele buiten
landse reparatiewerven door
diverse oorzaken minder
was.
Grote opdrachten werden ge
boekt in de offshore-sector,
zowel voor reparatie- en on
derhoudswerk als voor ver
bouwingen.
Omdat de vooruitzichten voor
de grote tankers op het
ogenblik onduidelijk zijn, is
besloten de bouw van een
tweede groot dok, waarmee
een investering gemoeid zou
zijn van ca. 200 milj., uit te
stellen. Eerst moet meer ze
kerheid bestaan over een
gunstige martkontwikkeling
op lange termijn.
Met het oog op de efficiency
en de moeilijke personeels
voorziening wordt veel aan
dacht besteed aan mechani
satie van betrekkelijk een
voudige handarbeid als het
reinigen en verven van de
scheepshuid.
Marine-opdracht geeft veel
werk
De order van acht standaard
fregatten voor de Koninklijke
Marine geeft in divisie drie
(marine, scheepmachinebouw
en elektrotechniek) tot het
begin van de jaren tachtig
werk aan de werf in Vlis-
singen. De kans bestaat dat
de serie nog zal worden uit
gebreid tot dertien schepen.
Inmiddels heeft ook het bui
tenland belangstelling ge
toond voor de marinesche
pen.
In verband met de nieuwe or
der is een tweede overdekt
bouwdok in aanbouw, dat
midden dit jaar gereed komt.
Het zal twee overdekte hel
lingen vervangen, die te klein
zijn voor de standaardfregat
ten.
Voor de scheepsmachine-
bouw is de situatie op het
ogenblik moeilijker als ge
volg van de gedaalde
scheepsbouwvraag. De leve-
De Spar in de WF-haven