13
ook bij de bedrijfsleiding
naar voren zal brengen.
De gelegenheid hiervoor doet
j zich al direct voor, aangezien
hij telefonisch bij de bedrijfs
leiding ontboden wordt, van
i wie hij officieel te horen krijgt
wat er gaat gebeuren. Aan
gezien ook zijn chef erbij
aanwezig is, kunnen er direct
spijkers met koppen gesla
gen worden. Diederiks moet
hen er van overtuigen (niet te
emotioneel!) dat de manier
waarop men de overplaatsing
J wil uitvoeren, door de ge
beurtenissen van de laatste
dagen onuitvoerbaar is ge
worden en, wil men verdere
moeilijkheden voorkomen, er
een andere oplossing gevon
den moet worden aangezien
i ook de bedrijfsleiding er veel
aan gelegen is de kwestie zo
spoedig mogelijk op te los
sen, mag ik aannemen dat zij
de zaak niet op de spits zul
len drijven en genegen zijn
een andere oplossing in de
0.R. naar voren te brengen.
Deze oplossing zou volgens
mij gevonden kunnen worden
door:
1. Informatie in te winnen of
er arbeiders zijn die uit
eigen beweging naar een
andere afdeling willen
overgaan.
2. Voor arbeiders van 60
jaar en ouder een af
vloeiingsregeling te creë
ren, waarvan zij financieel
geen nadeel ondervinden.
3. Indien er arbeiders zijn,
die niet voor overplaat
sing in aanmerking wil
len komen, deze de gele
genheid te geven om van
betrekking te veranderen,
desnoods met een finan
ciële overbrugging als zij
er financieel minder van
worden.
4. De overplaatsing zodanig
te regelen d'at de arbei
ders, die hiervoor in aan
merking komen, als groep
bij elkaar blijven of al
thans het onderling con
tact blijft bestaan. Bijzon
der goed zou het zijn als
ook een lid van het kader
(Groeneveld?) hen blijft
instrueren.
Als men deze punten als ba
sis neemt en verder door een
commissie, waarin alle par
tijen zitting hebben, laat uit
werken, kan er een regeling
tot stand komen die voor
allen aanvaardbaar is. Tevens
bewijst deze oplossing, dat
een samengaan van O.R. en
kader nodig kan zijn om be
paalde kwesties op te lossen.
Vervolgens wil ik een ant
woord geven op vraag 2.
Wat betekent het werk van de
O.R. voor de uitoefening van
uw taak?
Laat ik beginnen met te me
moreren dat mijn persoonlijk
contact momenteel met de
O.R. minimaal is. De oorzaak
hiervan is gelegen in het feit,
dat de afdeling waarin ik een
leidinggevende functie vervul
en die, wat personeelssterkte
en werkzaamheden betreft,
één van de belangrijkste van
het bedrijf is, sedert de laat
ste O.R.-verkiezingen verte
genwoordigd wordt door een
lid dat in een andere afdeling
werkzaam is, waardoor er
weinig of geen contact is met
het gevolg dat een grote
groep arbeiders en hun ka
der, vooral wat interne kwes
ties betreft, min of meer ge-
isoleerd zijn komen te staan.
Alhoewel de kandidaatstel
ling in overleg met de vak
bondsleden uit deze afdeling
tot stand is gekomen en dus
volgens de regels is gehan
deld, hoop ik toch dat er in
de toekomst aandacht aan
besteed wordt om een betere
oplossing te vinden.
Met bovenstaande regels wil
ik aantonen dat er situaties
kunnen ontstaan, waardoor
het werk van de O.R., door
onvoldoende communicatie,
voor het kader een gesloten
boek betekent met als ge
volg dat zowel de O.R. als
het kader in een moeilijke
positie kan komen, wat het
praktijkgeval bewezen heeft.
Overgaande tot beantwoor
ding van de vraag, welke in
punt 2 gesteld wordt, wil ik
beginnen met een weder
vraag, nl. "welke functie heeft
de O.R. en wat betekent deze
voor het kader?"
Welnu, de functie van de O.R.
bestaat hieruit: door o.a.
overleg, advies en samenwer
king er toe bijdragen dat zo
wel de belangen van de on
derneming als van hen die er
werkzaam zijn te behartigen.
Er ontstaan soms toestanden
die het nodig maken dat er
ingrijpende maatregelen ge
nomen moeten worden, waar
door het kader voor grote
problemen kan komen te
staan. Een sprekend voor
beeld hiervan was het besluit
van de O.R. om de onderaan
nemers uit de bedrijven te
ontslaan.
Alhoewel de noodzaak hier
van zowel door de directie
als de werknemers werd in
gezien, betekende de uitvoe
ring ervan dat de personeels
sterkte van bepaalde afde
lingen met 50% verminderde.
Van het kader werd evenwel
verwacht dat het arbeidspro
ces en de productie op de
normale wijze werden voort
gezet, wat hen, vooral in de
eerste weken na de uitvoe
ring van het besluit, voor
grote problemen stelde.
Wat ook steeds meer de aan
dacht van de chefs vraagt en
in bepaalde gevallen ook
moeilijkheden voor hen op
levert, is de kwestie dat de
O.R. steeds meer van de ge
legenheid gebruik maakt om
invloed uit te oefenen op be
oordelingssysteem, ontslag
en promotiemogelijkheden,
bijzondere beloningen en op
het loonbeleid voor de jonge
ren. Zolang deze invloed al
leen aangewend wordt bij het
tot stand komen van boven
genoemde regelingen kun
nen wij hier waardering voor
hebben.
De uitvoering ervan is een
kwestie voor het kader, be
halve dan het loonbeleid voor
de jongeren waarvoor nu
vaste normen gelden.
Het komt echter voor dat de
O.R., wat de andere punten
betreft, het oordeel en beleid
van de chefs gaat doorkrui
sen door bij hogere instan
ties invloed uit te oefenen en
zodoende gedaan krijgt, dat
de chef een door hem geno
men besluit moet wijzigen of
ongedaan maken. Voor de
chef betekent dit een aan
tasting van zijn prestige en
invloed.
Dit wat betreft een aantal ne
gatieve punten in de verhou
ding Chef O.R. Gelukkig
zijn er echter ook vele posi
tieve punten. Deze tonen aan,
dat de O.R. een plaats in de
bedrijven heeft ingenomen,
welke het mogelijk maakt
voor allen grote verbete
ringen en voordelen te reali
seren. Mijn gedachten gaan
hierbij uit naar o.a. de jaar
lijkse winstdeling, perso-
neelsvervoer, goede schaft
en kleedlokalen, optimale vei
ligheidsmaatregelen en, wat
momenteel aan de orde is de
oudere werknemers meer
vrije tijd te bezorgen.
Elke werknemer profiteert
van deze maatregelen en ook
het kader ondervindt zowel
persoonlijk als bij de uitoefe
ning van zijn taak veel voor
deel en steun van de verbe
teringen, welke de O.R. heeft
weten te bereiken. Ik wil het
hierbij laten wat betreft mijn
persoonlijke mening over het
werk van de O.R. ten opzich
te van de taak welke ik te
vervullen heb.
Resumerend zou ik willen
zeggen: laat de O.R. op de
ingeslagen weg voortgaan
met de wetenschap dat hij
hierbij gesteund wordt door
een grote groep werknemers
en waarbij ook de kaderleden
zeer zeker niet achter blijven.
Waar de O.R. echter wel aan
dacht aan moet besteden is,
dat hij in haar streven naar
een verdere verbetering van
de arbeidsvoorwaarden, ook
zijn andere taak, het goed
functioneren van het bedrijf,
niet uit het oog verliest.
De O.R. moet voorkomen dat
het éénrichtingsverkeer,
waarmee zijn voorgangers