13 en om. Het werk betrof de scheepsbouw binnen: de loodsen dus. Echter eveneens buiten aan boord van de schepen. En dat liep goed? Ja. De heer König en ik be gonnen met het geven van cursussen. Eerst met behulp van een tolk. Maar over het algemeen is een tolk niet thuis in de Scheepsbouw dus besloten wij in de landstaal les te geven. Tjonge, tjonge, wat was ik moe 's avonds. Geconcentreerd les geven in een vreemde taal. Ik wilde stoppen. Maar de heer König zei: "We gaan door, want we zijn ermee begonnen". En het is gelukt. Het ging zelfs mi rakels goed. Gewoon een kwestie van doordouwen. Met vloerwerk werd begonnen: af schrijven in de scheepsbouw, toen sectie-bouw, mallen ma ken, stelling-maken. Dat was allemaal nodig? Uiteraard, want van sectie- bouw was nog niet veel be kend. Het ging nog van "plaatje, spantje", net als bij het stellingmaken, ze werken met bamboestokken, meer niet. Die cursussen wierpen vrucht af. Bij beide werven, want ze werden gecombi neerd voor personeel van beide werven gehouden. En de mensen deden het graag. Later vroegen ze: "Kunnen we nu zelf een schip gaan bouwen". En inderdaad: er kwam een opdracht voor een inspectievaartuig van 23 me ter lang. Het werd een mooi stuk werk. Baas Veldmeyer van de RDM zorgde voor het installeren van de beide twee dehandsmotoren. Het werd een dubbelschroefsschip. Voorts mocht er ingeschre ven worden op een prijsaan- aanvraag voor 200 barges voor de haven van Tanjung Priok, waar niet genoeg kade lengte was om schepen uit te laden. Die moesten dus te lang met hun lading blijven liggen. Met behulp van bar ges, waarin de lading kon worden overgeheveld, zou dat probleem zijn opgelost. Men kreeg de opdracht? Niet zonder slag of stoot. We mochten niet duurder zijn dan de werven in Singapore. De beide Indonesische werven kregen de order en waren zelfs nog goedkoper. Dit me de door de voorbereiding tij dens de genoemde cursus sen, de vlijtige inslag van de mensen en de modernisering van de gereedschappen. Het klikte eigenlijk meteen al tus sen de leden van het team en de mensen van de werven. Dat was fijn. Er waren na tuurlijk wel moeilijke momen ten, maar ook vele pluspun ten: ik denk alleen al aan de warme maaltijden die alle mensen van de werven 's - middags kregen en de familie leden kregen van de werven ook wel eten thuisbezorgd. En in de vrije tijd? Fantastisch! Ik ben op Bali geweest. Veel toeristen. Toch nog veel oude gebruiken, zo als het cremeren van de do den: de één wil na de dood als leeuw verbrand worden, de ander als Limousine...! Men brengt er nog eten, wat toch zeer duur is voor deze mensen, naar het strand om demonen weg te houden. De vele hippies daar leven er goedkoop van En dan de uitnodiging van de Nederlandse ambassade om te komen in verband met de verjaardag van de Konin gin. In de tuin was het zwem bad met een zeildoek afge dekt om de mensen te be hoeden voor een nat pak. Dat doek lokte juist de nieuwsgierigheid uit en plonser vielen er enkele in! Overigens speelt het leven er zich voor een groot deel bui ten af. Een tuin is belangrijk. Overdag met de parasol; 's avonds is het er aange naam. Je leeft als het ware in je tuin. Nog andere plekken bezocht? Ik kon mijn vakantie tegen zeer goedkoop tarief door brengen in Moskou. Dat heb ik gedaan. Daar kom je an ders niet zo gauw. Zo'n reis maakt wel de nodige indruk op je. En verder? We hebben veel beleefd. Er is hard gewerkt en veel ad viezen zijn in aangepaste vorm door de mensen ter plekke als waardevol ervaren. Dat is een prettige gedachte. Treurig is in die tijd echter geweest het overlijden van de heer Gitz, die ik nog uit Cu rasao kende. Een fantastische man, die alles zo goed bijeen wist te houden. We waren van zijn overlijden allemaal kapot. Hij kende de fijne kneepjes van de tropen, was in Indo nesië geboren en had er ze ventien jaar gewoond. Hij was een grote steun en je kon veel van hem eren. Het was een klap.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1975 | | pagina 15