Er komt heel wat kijken bij een stapelloop Na de tewaterlating van de bulkcarrier "Slesvig" (70.000 dwt) op 11 juni jl. besloten wij een zogenaamd rand- verhaal te schrijven. Een verhaal dus over die onmisbare zaken rondom het evenement zelf. Te meer ook omdat de stapellopen iets verschillen van die van vroeger. Dit mede in verband met de inmiddels sinds enkele jaren gereed gekomen Benelux-tunnel, die "onze" te waterlatingen inzoverre beïnvloedt, dat wij een andere "uitloop"-procedure volgen, dan in het verleden. Daar over later. Over dit soort en en ook andere zaken maak ten wij een praatje met de heren A. van Hillo en H. van der Kraan, beiden projectbaas bij de afdeling Houtbe- werking/Houtenscheepmakers en beiden meer dan 40 jaar in dienst van WF. Zij zijn de mensen, die bijvoor beeld de voorbereidingen op de helling verrichten, zo dat de kiel van het schip kan worden gelegd en verder kan worden gebouwd. Ook verrichten zij met hun men sen de werkzaamheden onder het vlak om de stapel loop mogelijk te maken. Baas Van der Kraan Baas Van Hillo Tijdens de vroegere tewater latingen lieten wij een schip op de rivier altijd een bocht maken. Waarom nu niet meer? Dat klopt. Als het schip een maal van de helling in het water lag, gooiden wij behal ve de peuren ook aan één zijde nog ankers uit om het schip als het ware te laten wegdraaien. Dat doen wij nu niet meer om te voorkomen, dat wij eventueel de Bene lux-tunnel zouden beschadi gen. De procedure die wij nu toepassen, gaat in goed overleg met Rijkswaterstaat. Daar weet onze heer Oranje meer van. Deze voert altijd de gesprekken met die in stantie. Wij zijn toen droge peuren gaan toepassen. Maar niet bij de "Slesvig"? Niet bij de "Slesvig", neen. Dat schip was te breed voor toepassing van droge peu ren, omdat zij met haar breedte de totale helling in beslag nam. Bij de Sea Land schepen werden wel droge peuren gebruikt. Betrokken kettingbossen oefenden al slepend naast het schip over de helling een behoorlijk remmende kracht uit. Dat zijn zaken, die door onze heer Van der Swan en zijn staf worden berekend. (Noot van de redactie: daaraan wijdden wij indertijd bij de afloop van het eerste Sea Land schip al een reportage). Nu remde het schip ook goed af? Ja zeker. Het lag zeer snel stil. Het zou misschien aan beveling verdienen het vol gende schip iets verder te laten uitlopen. Maar ontegen zeggelijk: het was een bijzon der goede tewaterlating. Hoe wel er menige zweetdruppel aan vooraf is gegaan. Dat rammen van de keggen on der het schip had wel soe peler gekund. Het is belang rijk werk, dat gelijkmatig on der het schip als het ware "egaal" moet gebeuren. Het gewicht moet zo veel moge lijk gelijktijdig op de in de goten aangebrachte sleden komen te rusten. Daarmee mag niets mis gaan, want dan zou bij de afloop aan zienlijke schade kunnen ont staan. Dat is gelukkig bij WF nooit gebeurd, maar wij hou den altijd wel rekening met de mogelijkheid daarvan. Goten, sleden en keggen. Wat is dat voor een jargon? Welaan, voor het schip wordt gebouwd, worden eerst door ons op de helling de kiel- stapelingen aangebracht en volgens een bepaalde af- schotlijn uitgezicht en opge steld: tegenwoordig in een wat gebogen vorm om tijdens de afloop bodemschade of knikken van de bodem te voorkomen. Daarna kan men pas met de bodem van het schip beginnen. Als het schip nu klaar is en het is een breed schip dan moet het in principe via twee banen wor den tewatergelaten. Een klein schip gaat met de kiel over één baan. De "Slesvig" is een grote. Wij brachten dus twee banen aan onder het zijzaathout aan weerszijden. Die banen bestaan uit de go ten van het zinkbare, zeer harde Azobé hout. Die goten Het weghalen van de "hulpmiddelen" op de helling

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1976 | | pagina 3